Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2de klas On y va herhaling
1 / 49
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
49 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Aujourd'hui, c'est le ...
Slide 2 - Diapositive
Programme - Cours 2
Herhaling
: kleuren, eigenschappen, werkwoorden
Wat weet jij nog van klas 1?? Razendsnelle quizmarathon!
Les devoirs (voor de volgende les):
- Maken: ex. 9 et 10ab
- Voorbereiden: gesprekje bij ex. 10c
Slide 3 - Diapositive
Doelen
Opfrissen van het Frans/ rustig inkomen) ;)
(klassentaal) (page 7)
Slide 4 - Diapositive
Les couleurs & les nombres
La répétition
Slide 5 - Diapositive
Les couleurs
Slide 6 - Carte mentale
Slide 7 - Diapositive
vert
brun / marron
jaune
blanc / blanche
rouge
bleu
gris
noir
Slide 8 - Question de remorquage
timide
méchant
content
sympa
calme
drôle
grand
petit
cher
roux
blond
célèbre
intelligent
français
blond
beroemd
grappig
klein
rossig
gemeen
blij
Frans
verlegen
aardig
slim
groot
duur
kalm
Slide 9 - Question de remorquage
ta - préférée - quelle - couleur - est?
Slide 10 - Question ouverte
Quelle est cette couleur ?
A
rose
B
rouge
C
blanc
D
violet
Slide 11 - Quiz
Quelle est cette couleur ?
A
bleu
B
blanc
C
beige
D
noir
Slide 12 - Quiz
Quelle est cette couleur?
A
blanc
B
orange
C
violet
D
rose
Slide 13 - Quiz
C'est la couleur de la banane
Slide 14 - Question ouverte
Les nombres
Hoe zat het ook alweer?
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Een Franse zin bestaat uit:
- onderwerp
-werkwoorden
- overige woorden (lv/mw)
Slide 17 - Diapositive
Onderwerp=...?
Slide 18 - Diapositive
Jij=
A
Je
B
Tu
C
Il
D
Elle
Slide 19 - Quiz
Jullie=
A
Tu
B
Nous
C
Vous
D
Ils
Slide 20 - Quiz
Zij= (m.mv)
A
Il
B
Elle
C
Ils
D
Elles
Slide 21 - Quiz
LE VERBE FRANCAIS
Slide 22 - Diapositive
Welke Frans werkwoorden ken je nog van jaar 1?
Slide 23 - Carte mentale
Les verbes réguliers
werkwoorden op -er
Les verbes irréguliers
être
avoir
aller
faire
Slide 24 - Diapositive
Les verbes réguliers
werkwoorden op -er
werkwoorden op -ir
werkwoorden op -re
Les verbes irréguliers
être
avoir
aller
faire
pouvoir (kunnen)
vouloir (willen)
prendre (nemen)
venir (komen)
Slide 25 - Diapositive
AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00
Slide 26 - Diapositive
J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
a
avons
ai
avez
as
ont
Slide 27 - Question de remorquage
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 28 - Question de remorquage
Slide 29 - Diapositive
timer
1:30
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est
Slide 30 - Question de remorquage
Het is
A
est
B
c'est
C
c'es
D
ce sont
Slide 31 - Quiz
sleep de juiste vorm van aller & de vertalingen naar de juiste persoon
Je
Tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
vont
allons
vais
vas
va
allez
ik
jij
hij / zij / men
wij
jullie / u
zij [mmv / vmv
Slide 32 - Question de remorquage
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
vous fait
es
je fai
s
il fai
t
ils font
on fai
t
tu fai
s
men doet/maakt
Léa en Marc doen/maken
ik doe/maak
jullie doen/maken
jij doet/maakt
hij doet/maakt
Slide 35 - Question de remorquage
Je ____________ un test
A
faire
B
fait
C
font
D
fais
Slide 36 - Quiz
Madame Kallache, vous ___________ quoi?
A
faites
B
faisons
C
fait
D
fais
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Diapositive
Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent
Slide 39 - Quiz
Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?
Slide 40 - Question ouverte
timer
0:30
e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-
Slide 41 - Question de remorquage
En français
Werkwoorden die eindigen op -er:
Stap 1:
Vind de stam
->
hele werkwoord
min
-
er
parler
- er =
parl
(stam)
Slide 42 - Diapositive
Wat is de stam van:
danser, nager?
Slide 43 - Question ouverte
Je
+e
Je parl
e
Tu
+es
Tu parl
es
Il/elle/on
+e
Il parl
e
Nous
+
ons
Nous parl
ons
Vous
+ez
Vous parl
ez
Ils/elles
+ent
Ils parl
ent
Habiter - danser- chanter- donner- regarder - écouter - aimer- adorer- détester- ranger- chercher
(=Voca 2-3!)
Stap 2: Voeg daarna de uitgangen toe:
Slide 44 - Diapositive
Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
Hele werkwoord + uitgang
C
hele werkwoord min -er, dan krijg je de stam
D
de stam opzoeken door hele werkwoord min -r
Slide 45 - Quiz
Je (regarder) la télé.
timer
0:15
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent
Slide 46 - Quiz
Nathalie (aimer) son chien.
timer
0:15
Slide 47 - Question ouverte
Pierre et Lisa (chercher) le chat.
Slide 48 - Question ouverte
Les devoirs
Les
devoirs
(voor de volgende les):
- Maken: ex. 9 et 10ab
- Voorbereiden: gesprekje bij ex. 10c
Slide 49 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
On y va herhaling 2V
Septembre 2022
- Leçon avec
48 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ch.0, On y va herhaling havo2 2223
Septembre 2021
- Leçon avec
38 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Intro 2HV - Cours 2
Septembre 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HV2A Chapitre0 On y va révision
Septembre 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Middelbare school
Intro 2HV - Cours 1&2
Août 2020
- Leçon avec
39 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
oefentoets toetsweek
Juin 2024
- Leçon avec
39 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Ch.0, On y va herhaling havo2 2425
Septembre 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Intro 2HV - Intro (semaine 37)
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2