Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Programme d'aujourd'hui
Eerste weken - Programme de cette semaine
Learnbeat
Slide 2 - Diapositive
Programme de cette semaine
Instaptoets (1.6) - wat weet ik nog?
Lees eerst nogmaals rustig (1.1) leerdoelen door
Maak opdrachten van (1.5) grammatica
De volgende onderdelen worden getoetst: - Van 1.5 grammatica - A) lidwoorden / B) pers. vnw. / K) avoir / L) être - Van 1.3 phrases-clés: Chapitre 1 - over jezelf kunnen vertellen
Vervolgens werk je aan de andere opdrachten van (1.5) grammatica
Toets - je moet minimaal een 6.0 halen. Eerste keer niet gehaald - herkansing. Dit voor een goede start van het jaar!
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Programme de cette semaine
Slide 5 - Diapositive
Programme d'aujourd'hui
Qui suis-je?
Première année
Se présenter - Jezelf voorstellen
Eerste weken - Programme de cette semaine
Learnbeat - klas aanmaken
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
1HV - Première année
Se presenter
Parler de ta famille
À une terrasse
Acheter quelque chose
Parler de l’école
Parler des matières et des profs
Parler de ses activités
Décrire quelqu’un
Demander et indiquer le chemin
Parler de ta ville et de tes projets
Slide 8 - Diapositive
Se présenter - over jezelf kunnen vertellen
Groeten
Vertellen hoe je heet.
Vertellen hoe oud je bent.
Vertellen waar je woont.
Vertellen of je een broer / zus hebt (of meerdere of alleen)
Vertellen op welke school je zit.
Vertellen wat je lievelingsvak is.
Vertellen waar je naar toe bent geweest op vakantie. (P.C. ensemble/samen)
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Les couleurs & les nombres
La répétition
Slide 11 - Diapositive
Les couleurs
Slide 12 - Carte mentale
Slide 13 - Diapositive
ta - préférée - quelle - couleur - est?
Slide 14 - Question ouverte
Quelle est cette couleur ?
A
rose
B
rouge
C
blanc
D
violet
Slide 15 - Quiz
Quelle est cette couleur ?
A
bleu
B
blanc
C
beige
D
noir
Slide 16 - Quiz
Quelle est cette couleur?
A
blanc
B
orange
C
violet
D
rose
Slide 17 - Quiz
C'est la couleur de la banane
Slide 18 - Question ouverte
Les nombres
Hoe zat het ook alweer?
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Een Franse zin bestaat uit:
- onderwerp
-werkwoorden
- overige woorden (lv/mw)
Slide 21 - Diapositive
Onderwerp=...?
Slide 22 - Diapositive
Jij=
A
Je
B
Tu
C
Il
D
Elle
Slide 23 - Quiz
Jullie=
A
Tu
B
Nous
C
Vous
D
Ils
Slide 24 - Quiz
Zij= (m.mv)
A
Il
B
Elle
C
Ils
D
Elles
Slide 25 - Quiz
LE VERBE FRANCAIS
Slide 26 - Diapositive
Welke Frans werkwoorden ken je nog van jaar 1?
Slide 27 - Carte mentale
Les verbes réguliers
werkwoorden op -er
Les verbes irréguliers
être
avoir
aller
faire
Slide 28 - Diapositive
Les verbes réguliers
werkwoorden op -er
werkwoorden op -ir
werkwoorden op -re
Les verbes irréguliers
être
avoir
aller
faire
pouvoir (kunnen)
vouloir (willen)
prendre (nemen)
venir (komen)
Slide 29 - Diapositive
AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00
Slide 30 - Diapositive
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 31 - Question de remorquage
Slide 32 - Diapositive
Het is
A
est
B
c'est
C
c'es
D
ce sont
Slide 33 - Quiz
Zet in de goede vorm: tu (regarder) ____________
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent
Slide 34 - Quiz
Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?
Slide 35 - Question ouverte
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
vous faites
je fais
il fait
ils font
on fait
tu fais
men doet/maakt
Léa en Marc doen/maken
ik doe/maak
jullie doen/maken
jij doet/maakt
hij doet/maakt
Slide 38 - Question de remorquage
Programme - Cours 2
Table des matières (p. 4/5) / Au travail & le français en classe (p. 6/7)
Grammaire (p. 161) / Phrases-clés (p. 167)
Chapitre 0 – On y va (p. 8)
La répétition: les couleurs et les nombres & les verbes