Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Pathologie Maag/ darm
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
De student kan de functies benoemen van de organen uit het spijsverteringsstelsel
De student kan het verschil noemen tussen ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa
De student kan benoemen hoe dikke darmkanker ontstaat en wat de symptomen zijn van dikke darmkanker
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn de functies van de organen uit het spijsverteringsstelsel?
Mond
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Opname van voedingsstoffen
Afvoeren van voedingsresten
Vervoeren
Opname van water en zouten
Verteren
Kauwen
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is het verschil tussen ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa?
Slide 4 - Question ouverte
Ziekte van Crohn
De ziekte van Crohn is een chronische ziekte van het maag-darmkanaal --> inflammatoire darmaandoening
Bij de ziekte van Crohn kunnen ontstekingen voorkomen in het gehele maag-darmkanaal,
Tot het maag-darmkanaal behoren:
de mond;
het keelgat;
de strottenklep;
de slokdarm;
de maag;
de dunne darm;
de dikke darm;
de anus.
Slide 5 - Diapositive
Risico's
Wat de oorzaak van de ziekte van Crohn is, is niet goed bekend. Wel is bekend dat de volgende factoren een rol spelen bij het ontwikkelen van de ziekte:
Erfelijke factoren
Roken
Het eetpatroon
Lichamelijke activiteit
Infecties
Medicatie
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn de symptomen van ziekte van Crohn?
Slide 7 - Question ouverte
Symptomen
Buikpijn
Diarree
Gewichtsverlies
Bloed bij de ontlasting
Koorts
Vermoeidheid
Slide 8 - Diapositive
Waarom zal men niet snel tot een operatie overgaan bij de ziekte van Crohn?
Slide 9 - Question ouverte
Behandeling
Medicatiebehandeling
Afhankelijk van de ernst van de ontstekingen schrijft de arts medicatie voor
Operatieve behandeling
Bij de ziekte van Crohn ondergaat ongeveer de helft van de mensen een of meerdere operaties
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Colitis Ulcerosa
Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm
Bij colitis ulcerosa is het slijmvlies aan de binnenkant van de dikke darm of de endeldarm regelmatig of chronisch ontstoken.
Slide 12 - Diapositive
Risico's
Het is niet bekend waardoor colitis ulcerosa precies veroorzaakt wordt. Er zijn enkele factoren bekend die bijdragen aan het ontstaan ervan, waaronder:
een afweersysteem dat te actief is en het eigen lichaam aanvalt;
genetische aanleg;
omgevingsfactoren
Slide 13 - Diapositive
Symptomen
Veelvoorkomende klachten bij colitis ulcerosa zijn:
diarree;
slijm en/of bloed bij de ontlasting;
vermoeidheid;
buikpijn;
bloedarmoede;
koorts.
Slide 14 - Diapositive
Behandeling
Medicatiebehandeling
Operatieve behandeling
Hierbij wordt het ontstoken deel van de darm verwijderd. Bij zorgvragers die zeer regelmatig ernstige ontstekingen hebben, kan besloten worden om de hele darm met de endeldarm te verwijderen
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Dikke darmkanker
Met dikke darmkanker wordt meestal een coloncarcinoom bedoeld, oftewel een tumor in de dikke darm zelf. Soms worden tumoren in het rectum (endeldarm) hier ook wel toe gerekend.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Wat zijn mogelijke risicofactoren van dikke darm kanker?
Slide 19 - Question ouverte
Risicofactoren
De kans op dikke darmkanker is verhoogd als:
dikke darmkanker veel in de familie voorkomt (genetische factoren);
er al meerdere goedaardige tumoren (poliepen) uit de dikke darm van de zorgvrager verwijderd zijn;
een bekende erfelijke vorm van darmkanker in de familie voorkomt (hereditair nonpolyposis colorectaal carcinoom of familiare adenomateuze polyposis);
de zorgvrager al meer dan tien jaar de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa heeft.
Slide 20 - Diapositive
Symptomen
Dikke darmkanker kan de volgende symptomen geven:
moeheid door bloedverlies (een vorm van bloedarmoede);
misselijkheid;
een zeurende pijn in de buik;
een voelbare tumor in de buik;
een veranderd ontlastingspatroon, eventueel met bloed en/of slijm bij de ontlasting;
buikkrampen;
loze aandrang (het gevoel dat je ontlasting moet krijgen, terwijl er niets komt);
een gevoel van onvolledige leging (ontlasting blijft achter in de darm).
Slide 21 - Diapositive
Behandeling
Chirurgie
Chemotherapie
Radiotherapie
Slide 22 - Diapositive
Quizzzzzz
Slide 23 - Diapositive
Wat is Colitis ulcerosa?
A
acute ontsteking van het slijmvlies van de dunne darm
B
chronische ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm
C
chronische ontsteking van het slijmvlies van dunne darm
D
acute ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm
Slide 24 - Quiz
waar kan de ziekte van Crohn zich bevinden:
A
alleen de colon
B
alleen het ileum
C
alleen het duodenum
D
in het gehele spijsverteringtelsel
Slide 25 - Quiz
Aan de ziekte van Crohn kun je geopereerd worden?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Welke klacht past bij dikke darmkanker?
A
Moeheid
B
Misselijkheid
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande
Slide 27 - Quiz
Wat is géén symptoom van Colitis Ulcerosa?
A
Gewichtsverlies
B
Diarree met bloed bijmenging
C
Koorts
D
Gewichtstoename
Slide 28 - Quiz
Een van de medicijnen die bij de ziekte van Crohn wordt voorgeschreven is een TNF-alfa blokker, deze werken ontstekingsremmend.
Vraag: Waar staat TNF voor?
A
Toxine necrose factor
B
Tumor nuclease factor
C
Tumor necrose factor
D
Toxine nuclease factor
Slide 29 - Quiz
Wat is géén symptoom van Colitis Ulcerosa?
A
Gewichtsverlies
B
Diarree met bloed bijmenging
C
Koorts
D
Gewichtstoename
Slide 30 - Quiz
welke aandoening raakt alle lagen van de darm?
A
de ziekte van Crohn
B
colitus ulcerosa
Slide 31 - Quiz
Lesdoelen
De student kan de functies benoemen van de organen uit het spijsverteringsstelsel
De student kan het verschil noemen tussen ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa
De student kan benoemen hoe dikke darmkanker ontstaat en wat de symptomen zijn van dikke darmkanker