Les 4 ZIL communicatieproblemen


Les 4 communicatie

lees - kijk - maak
succes!
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon


Les 4 communicatie

lees - kijk - maak
succes!

Slide 1 - Diapositive

Weet je het nog?
  • Iedere online les bespreken we 1 of 2 aspecten (begrippen) van communiceren. 
  • De informatie die je krijgt heb je nodig voor de periode opdracht, deel 1! 
  • Heb je een les nog niet gemaakt omdat je bijv. ziek was? Maak die les dan eerst!
  • Op de volgende slide zie je welke aspecten we al hebben gehad

Slide 2 - Diapositive

Na deze les..
  • Kun je het communicatieproces uitleggen.
  • Weet je wat RUIS is, en wat er bedoeld wordt met de woorden CODEREN en DECODEREN.

Slide 3 - Diapositive

Bekijk het schema goed en klik op de speaker om de toelichting te luisteren!
medium

Slide 4 - Diapositive

Bekijk nu het filmpje over het communicatieschema.
Let goed op! (1,5 minuut)

kijkvragen:
  1. Wat is een medium?
  2. Bedenk 2 oorzaken van ruis!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

1. Wat is een medium?

Slide 7 - Question ouverte

2. Noem 2 oorzaken van ruis:

Slide 8 - Question ouverte

Als je in een gesprek moeilijke woorden gebruikt die de ander niet begrijpt, noem je dit SEMANTISCHE RUIS.
Wat zou jij kunnen doen om te semantische ruis te voorkomen?

Slide 9 - Question ouverte

stelling: Feedback is het geven van een reactie op een boodschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Heb je nog een vraag over ruis, communicatieproblemen, referentiekader of een andere vraag? Stel hem dan hieronder. De docent komt hier tijdens de les op terug!

Slide 11 - Question ouverte

Naar de periode opdracht!

1. Je gaat nu bij deel 1 punt 6 over communicatieproblemen invullen.
2. Bedenk 2 voorbeelden waarbij er sprake was van RUIS in de communicatie. 
3. Let op: schrijf in je voorbeeld erbij of er sprake was van externe ruis of interne ruis. Waar ging het mis? Bij het coderen of het decoderen van de boodschap? 
4. Schrijf er ook bij of jij de miscommunicatie had kunnen voorkomen!

Slide 12 - Diapositive