LJ1 - Opdracht bijwoord
Waar of niet waar?
Als een bijwoordelijke bepaling uit één woord bestaat, is dit als woordsoort een bijwoord.
Als een bijwoordelijke bepaling uit één woord bestaat, is dit als woordsoort een bijwoord.
A
waar
B
niet waar
1 / 10
Éléments de cette leçon
Waar of niet waar?
Als een bijwoordelijke bepaling uit één woord bestaat, is dit als woordsoort een bijwoord.
Als een bijwoordelijke bepaling uit één woord bestaat, is dit als woordsoort een bijwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
Waar of niet waar?
Een bijwoord kan iets zeggen over een ander bijwoord.
Een bijwoord kan iets zeggen over een ander bijwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Hoeveel bijwoorden heeft de volgende zin?
Bij het fantastische Beekdal Lyceum hebben ze besloten om een prachtig rooster in te voeren nadat de school elf weken dicht was.
Bij het fantastische Beekdal Lyceum hebben ze besloten om een prachtig rooster in te voeren nadat de school elf weken dicht was.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 3 - Quiz
Noteer de bijwoord(en) uit de zin.
De verdediger van Oranje liet gisteren tijdens de wedstrijd zijn tegenstander steeds lopen.
De verdediger van Oranje liet gisteren tijdens de wedstrijd zijn tegenstander steeds lopen.
Slide 4 - Question ouverte
Noteer de bijwoord(en) uit de zin.
Vroeger of later komt de waarheid boven water.
Vroeger of later komt de waarheid boven water.
Slide 5 - Question ouverte
Noteer de bijwoord(en) uit de zin.
Kunnen we niet inschrijven voor de jaarlijkse marathon in Rotterdam?
Kunnen we niet inschrijven voor de jaarlijkse marathon in Rotterdam?
Slide 6 - Question ouverte
Benoem de bijwoorden in deze zin.
Daar moet zeker de receptie van het bungalowpark liggen.
Daar moet zeker de receptie van het bungalowpark liggen.
A
daar
B
daar, zeker
C
zeker
Slide 7 - Quiz
"De onderstaande zin heeft drie bijwoorden."
Waar of niet waar?
Het Beekdal Lyceum is na een ongeluk voorlopig niet toegankelijk voor publiek.
Waar of niet waar?
Het Beekdal Lyceum is na een ongeluk voorlopig niet toegankelijk voor publiek.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Benoem de bijwoorden in de zin.
Waarover ging de vergadering met het voltallige bestuur gisteren?
Waarover ging de vergadering met het voltallige bestuur gisteren?
A
waarover
B
waarover, gisteren
C
waarover, voltallige, gisteren
D
waarover, vergadering, gisteren
Slide 9 - Quiz
Benoem de bijwoorden in de zin.
Waar kunnen de leerlingen van het Beekdal Lyceum uit Arnhem de lesboeken nu verstopt hebben?
Waar kunnen de leerlingen van het Beekdal Lyceum uit Arnhem de lesboeken nu verstopt hebben?
A
waar, nu
B
nu, uit Arnhem
C
waar, uit Arnhem
D
waar, nu, uit Arnhem
