Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 14 min
Éléments de cette leçon
FEEDBACK GEVEN EN ONTVANGEN
Slide 1 - Diapositive
Feedback?
Slide 2 - Carte mentale
Leerdoel
- Je leert wat feedback inhoudt.
- Je leert het geven en ontvangen van feedback toe te passen.
- Je leert feedback te gebruiken om persoonlijke groei te bevorderen.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Feedback geven
Onmisbaar in een samenwerking
Feedback is een boodschap over het gedrag of de prestaties van de ander
Zowel positief als negatief (positief wordt onderschat)
Hoe?
Slide 5 - Diapositive
FEEDBACK GEVEN REGELS
Met welke bedoeling geef je feedback?
Vraag de ander om toestemming
Gedrag (te laat komen), gevolg (iedereen moet wachten), gevoel (teleurgesteld), gewenst gedrag ( op tijd komen)
Laat de ander reageren
Geldt ook voor positieve feedback =echt belangrijk!
Slide 6 - Diapositive
FEEDBACK ONTVANGEN REGELS
Luister aandachtig
Vraag eventueel om extra uitleg
Bedank en laat weten wat je wel of niet gaat doen met de feedback = optie
NOG MEER?
Slide 7 - Diapositive
De ik boodschap
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Ik boodschap
Maak contact
Begin met ik
Benoem je gevoel
Benoem het gedrag van de ander waar je last van hebt
Geef de reden waarom je het storend vindt
Geef aan welk gedrag je verlangt
Slide 10 - Diapositive
Welke feedback geven jullie?
Je krijgt 3 situaties te zien. Lees deze en geef aan OF jullie feedback zouden geven in zo'n geval. Bedenk steeds een reden om WEL feedback te geven, maar ook een reden om dat NIET te doen.
Slide 11 - Diapositive
Situatie 1
Je zit in de klas. De leerkracht legt iets uit wat je niet begrijpt. De uitleg gaat snel en een beetje rommelig. Het is nog steeds erg onduidelijk. Eigenlijk snap je er niets van.
Slide 12 - Diapositive
Ga je feedback geven? Waarom wel of niet?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Geef op de goede manier feedback
Slide 15 - Question ouverte
Situatie 2
Je vrienden willen dat je mee gaat feesten, maar jij hebt geen zin. Je hebt al een paar keer gezegd dat je niet meegaat, maar ze blijven het vragen.
Slide 16 - Diapositive
Ga je feedback geven? Waarom wel of niet?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Geef op de goede manier feedback
Slide 19 - Question ouverte
Situatie 3
Je bent een uur te laat thuis. Je ouders zijn erg boos. Voor straf mag je morgenavond niet weg. Je bent het er niet mee eens want je hebt erg veel zin om morgenavond weg te gaan.