Anatomie les 5 Uitscheiding

Uitscheiden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
anatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Uitscheiden

Slide 1 - Diapositive

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 2 - Quiz

Het urinestelsel
Het urinestelsel zorgt ervoor dat de afvalstoffen het lichaam via de urine verlaten.

Het bestaat uit:
  • Nieren = ren
  • Urineleiders = ureter
  • blaas = vesica urinaria
  • Urinebuis = urethra

Slide 3 - Diapositive

De nieren
Functie van de nieren: 
- Uitscheiden van afvalstoffen
- Uitscheiden van te veel water en zout
- Filter van bloed



Slide 4 - Diapositive

De bouw van de nieren
De nieren liggen in de buikholte links en rechts 
van de wervelkolom.

Via de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar
de nieren waar het gefilterd wordt van de schadelijke
en overtollige stoffen.

Door de nieraders stroomt 'schoon' bloed weg.

Nier is een boonvormig orgaan en heeft een grootte van ongeveer 12 cm

Slide 5 - Diapositive

De bouw van de nieren
De nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken

In het schors en het merg wordt de urine gevormd.

Via urineleiders gaat de urine naar de blaas waar 
het opgeslagen wordt tot de blaas vol is.

Om de blaas te legen moet de urine via de urinebuis
naar buiten weg lopen.

Slide 6 - Diapositive

Nierschors
Dit deel van de nier heeft als taak afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en allerlei schadelijke stoffen uit het bloed verwijderen

Slide 7 - Diapositive

Niermerg
Niermerg: wint water en belangrijke
stoffen terug

Slide 8 - Diapositive

Nierbekken
deel van de nier waarin urine wordt verzameld

Slide 9 - Diapositive

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Voortplantingsstelsel

Slide 10 - Quiz

Je nieren maken urine.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz


In de nierschors wordt..
A
urine verzameld
B
afvalstoffen uit het bloed verwijderen

Slide 12 - Quiz

Urineleiders
De 'weg' tussen de nieren en de blaas.

Slide 13 - Diapositive

Urinewegen
  • Vanuit de nierbekken druppelt de urine via de urineleiders naar de blaas en verlaat het lichaam door de urinebuis

Slide 14 - Diapositive

Hoe noemen we het orgaan van nummer 1?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is nummer 2?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is nummer 3?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is nummer 4?

Slide 18 - Question ouverte

Je blaas maakt urine.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Blaas
  • tijdelijke opvang urine
  • samentrekken zodat urine blaas 
    kan verlaten

- Blaas kan ongeveer een halve liter urine opvangen
- Als de blaas half vol is> seintje naar de hersenen> plassen

Het uiteinde van de blaas bestaat uit twee sluitspieren:
- De binnenste sluitspier bestaat uit glad spierweefsel (onwillekeurig)
- De buitenste sluitspier bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel willekeurig
Tijdens het plassen trekt spierweefsel, de buikspieren en de sluitspieren samen

Slide 20 - Diapositive

Verwijderen van urine uit het lichaam
- van het nierbekken gaat de
urine via de urineleider naar
de blaas
- in de blaas wordt de urine 
tijdelijk opgeslagen
- via de urinebuis verlaat de
urine het lichaam

Slide 21 - Diapositive

De plasbuis (urethra) bij een vrouw is..
A
kleiner dan bij een man
B
groter dan bij een man
C
heeft de zelfde lengte als bij een man

Slide 22 - Quiz

Man
Vrouw

Slide 23 - Diapositive

Urinelozing
Ander woord voor urinelozing is mictie.

Mictie gebeurt ongeveer 3 tot 6 keer per etmaal.
Blaas spant aan tijdens plassen -->  urineleiders worden dichtgedrukt 
zodat:
 de urine niet terugstroomt naar de nieren.

Slide 24 - Diapositive

Welke kleur heeft je urine als je te weinig drinkt...
A
donker
B
licht

Slide 25 - Quiz

Urine
Uitscheiding: het proces waarbij afvalstoffen uit het bloed worden gehaald en uit het lichaam worden verwijderd

Bestaat uit: 

- Afvalstoffen ( Ureum, creatinine, urinezuur)
- Water
- Zouten
- Schadelijke stoffen



Bij vocht te kort heb je donkere urine
Bij veel drinken is je urine licht van kleur

Slide 26 - Diapositive

Volgende week



Spijsvertering



Slide 27 - Diapositive