4e uur: HEA rkt - 19-01-21 Procenten.

Rekenen Verhoudingen



Procenten
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rekenen Verhoudingen



Procenten

Slide 1 - Diapositive

10

Slide 2 - Vidéo

00:40
Hoeveel euro is 1 % van €80?
A
€ 80
B
€ 8
C
€ 0,80
D
€ 0,08

Slide 3 - Quiz

01:04
Hoeveel euro korting is 30 %?
A
€ 2,40
B
€ 24
C
€ 5,60
D
€ 56

Slide 4 - Quiz

01:17
Hoeveel moet je nog betalen als 30% korting krijgt?
A
€ 80
B
€ 56
C
€ 24
D
niks

Slide 5 - Quiz

01:59
Hoeveel euro is 1% van € 12?
A
€ 12
B
€ 1,20
C
€ 0,12
D
kan niet

Slide 6 - Quiz

02:17
Hoeveel euro korting is 40%?
A
€ 0,48
B
€ 4,80
C
€ 48

Slide 7 - Quiz

02:32
Hoeveel moet je nog betalen als je 40% korting krijgt?
A
€ 7,20
B
€ 16,80
C
€ 4,80

Slide 8 - Quiz

02:58
Deze meester zegt wel 30% korting, maar je moet 35% korting uitrekenen!!!!!

Slide 9 - Diapositive

03:17
Hoeveel euro is dan 1% van € 420?
A
€ 420
B
€ 42
C
€ 4,20
D
€ 0,42

Slide 10 - Quiz

03:38
Hoeveel euro korting is 35%?
A
€ 420
B
€ 273
C
€ 147
D
€ 210

Slide 11 - Quiz

03:55
Hoeveel moet je nu betalen voor de reis?
A
€ 420
B
€ 273
C
€ 147
D
niks

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel moet je nog betalen?
A
€ 90
B
€ 18
C
€ 72
D
€ 9

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel moet je nu betalen aan entree?
A
€ 18
B
€ 12,60
C
€ 5,40
D
€ 1,80

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel mannen zijn er?
A
45
B
180
C
450
D
1800

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Hoeveel moet je betalen met korting?
A
45
B
180
C
450
D
1800

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Een jas van €80 met 20% korting. Hoeveel korting krijg ik? en hoeveel moet ik nog betalen?
A
€30 korting €50 betalen
B
€18 korting €64 betalen
C
€16 korting €60 betalen
D
€16 korting €64 betalen

Slide 25 - Quiz

Ik moet € 398,- betalen. Ik krijg 10% korting.
De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80

Slide 26 - Quiz

Een printer kost 150 euro. Je krijgt 70 procent korting. Hoeveel korting krijg je?
A
€ 126
B
€ 83
C
€ 84
D
€ 105

Slide 27 - Quiz

120 euro - 25% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
A
€ 80
B
€ 60
C
€ 30
D
€ 15

Slide 28 - Quiz

Joni koopt een boot van € 3500,-.
Ze krijgt 25% korting.
Hoeveel € korting krijgt ze?
A
€ 875
B
€ 750
C
€ 800
D
€ 825

Slide 29 - Quiz

Een voetbal kost 10 euro. Je krijgt 60% korting. Hoeveel korting krijg je?
A
€ 8
B
€ 6
C
€ 5
D
€ 7

Slide 30 - Quiz

Een lamp kost 120 euro. Je krijgt 80% korting. Hoeveel korting krijg je?
A
€ 10
B
€ 182
C
€ 96
D
€ 144

Slide 31 - Quiz

Een tv kost 900 euro. Je krijgt 60% korting. Hoeveel korting krijg je?
A
€ 378
B
€ 702
C
€ 794
D
€ 540

Slide 32 - Quiz

De broek kost 80 euro. Je krijgt 25% korting. Hoeveel euro korting krijg je?
A
€ 20
B
€ 60
C
€ 75
D
€ 80

Slide 33 - Quiz