week 2- wederkerende werkwoorden D2B

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • pequeño repaso
  • los verbos reflexivos
  • leer el texto
Jueves, 11 de enero

Slide 2 - Diapositive

Deberes
Donderdag 18 januari
Leren: 1.8 + wederkerende werkwoorden
Maken: LE ej. 4.5, 4.6
Module blz. 27 opdracht A

Slide 3 - Diapositive

werkwoorden o   ue
Welke stappen zet je bij de vervoeging?




Vul in de volgende dia's de juiste vorm in:
1. stam
2. uitgang erachter
3. stamklinkerwisseling

Slide 4 - Diapositive

volver, yo

Slide 5 - Question ouverte

encontrar, vosotros

Slide 6 - Question ouverte

probar, mis padres

Slide 7 - Question ouverte

costar, los tomates

Slide 8 - Question ouverte

dormir, tú

Slide 9 - Question ouverte

encontrar, Pepe

Slide 10 - Question ouverte

verbos irregulares
hacer = doen/maken, salir = vertrekken/uitgaan, venir = komen, ir = gaan

Slide 11 - Diapositive

A practicar con los verbos.
Vertaal de volgende zinnen in het Spaans. 
  1. Hoe laat ontbijt je?
  2. Wanneer maak je je huiswerk?
  3. Hoe laat ga je naar school?
  4. Wanneer ga je uit met vrienden?
  5. Hoe laat kom je thuis?
  6. Wanneer sport je?
  7. Met wie dineer je?
  8. Wanneer maak je je bed op?


Gebruik je woordenlijst.

Slide 12 - Diapositive

Uitwerking
Practicar con los verbos.
  1. ¿A qué hora desayunas?
  2. ¿Cuándo haces los deberes?
  3. ¿A qué hora vas al colegio?
  4. ¿Cuándo sales con amigos?
  5. ¿A qué hora vienes a casa?
  6. ¿Cuándo haces deporte?
  7. ¿Con quién cenas?
  8. ¿Cuándo haces la cama?







Ahora habla con tu compañero/a.
Stel de vragen aan je klasgenoten. 
Geef antwoord met een hele zin.
Bijv. Desayuno a las siete.

Slide 13 - Diapositive

Keuze
ZELFSTANDIG
SAMEN
  • Lees de uitleg en bekijk het filmpje op pagina 25 en 26 van de module.
  • Maak nu opdracht A op pag. 27
  • Maak opdracht 4, 5, 6 van pag. 69
timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Wat is een wederkerend werkwoord?

Slide 15 - Diapositive

VERBOS REFLEXIVOS
  • Wederkerende werkwoorden eindigen altijd op -se
  • Stap 1: Om ze te vervoegen haal je -se eraf en dan hou je een werkwoord over dat eindigt op -ar/-er of -ir, bijvoorbeeld: lavarse = zich wassen.
  • Stap 2: vind de stam
  • Stap 3 Vervoeg het werkwoord zoals je geleerd hebt en plaats de juiste uitgang achter de stam.
  • Stap 4: kijk of er eventueel nog een klinkerwisseling is. 
  • Stap 5: zet nu het wederkerend voornaamwoord ervoor. 

Slide 16 - Diapositive

lavarse = zich wassen
yo
él/ella/ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/uds.
me
te
se
nos
os
se
lavo
lavas
lava
lavamos
laváis
lavan

Slide 17 - Diapositive

OJO
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden), levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse, acostarse (naar bed gaan), vestirse (zich aankleden)
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 18 - Diapositive

A practicar
Haz del módulo pág. 27 ej. A
LA: pág. 69 ej. 4, 5, 6

Slide 19 - Diapositive

Vamos a corregir

Slide 20 - Diapositive

uitwerking tarea 2.2
A.
  1. nos levantamos
  2. me ducho
  3. os llamáis
  4. se despierta
  5. te lavas
  6. me visto
  7. se llama
  8. se quedan

Slide 21 - Diapositive

Vamos a leer
LA: pág. 65 - 3

Slide 22 - Diapositive