Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Bonjour
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Ik weet hoe het werkwoord être (= zijn) gaat en ik kan het toepassen in een zin
Slide 2 - Diapositive
être (= zijn) ENKELVOUD
1e pers. ik ben - je suis
2e pers. jij bent - tu es
3e pers. hij/zij/men is - il/elle/on est
Slide 3 - Diapositive
être (= zijn) MEERVOUD
1e pers. wij zijn - nous sommes
2e pers. jullie zijn/u bent - vous êtes
3e pers. zij zijn - ils/elles sont
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
3e persoon
3e pers.enkelvoud: il/elle/on est
3e pers.meervoud: ils/elles sont
Slide 7 - Diapositive
Wanneer 3e persoon?
Altijd3e pers. als er géén: je/tu/il/elle/on/ nous/vous/ils/elles in de zin staat maar een ander onderwerp -> naam van persoon/dier lidwoord + zelfstandig naamwoord getal + zelfstandig naamwoord