3.4 Woordformules

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

3.1 GPS coordinaten

Planning 

• iedereen aanwezig en materiaal mee?
• telefoons op stil en in de telefoonzak?
• terugblik 3.3 Informatie en assenstelsels
• uitleg 3.4 Woordformules
• groepsopdracht
• werken uit je flexboek
• afsluiting en vooruitblik

3.3 Informatie in een assenstelsel

Wat hebben we vorige les gedaan:

*Je kunt grafieken aflezen.

*Je kunt vanuit een tabel een grafiek tekenen.

 

Op welke dag was de temperatuur het hoogst?

woensdag

Wat is de hoogste temperatuur?

21 graden Celsius

Op welke dag was de temperatuur het laagst?

zaterdag

Wat is de laagste temperatuur?

12,5 graden Celsius

Op welke dagen onder de 14 graden Celsius?

zaterdag en zondag

3.4 Woordformules

Wat gaan we de volgende les doen:

*Je kunt rekenen met woordformules

Je bezoekt een kermis. De entree kost 4 euro. Voor elke attractie moet je nog eens 2 euro extra betalen. 

woordformule

Kosten kermis = 4 euro + 2 euro x aantal attracties

Je huurt een auto. Je betaalt 50 euro en voor elke kilometer die je rijdt betaal je een euro extra. 

woordformule

Kosten auto = 50 euro + 1 euro x aantal kilometer

Je vult een emmer met water. Er zat al 3 cm water in de emmer. Elke minuut stijgt het water in de emmer en komt er 5 cm bij.

woordformule

Waterhoogte emmer = 3 cm + 5 cm x aantal minuten

Je brandt een kaars. De lengte van de kaars is 30 centimeter. Elke branduur wordt de kaars korter. Per branduur wordt de kaars een 5 cm korter

 

woordformule

Lengte kaars = 30 cm - 6 cm x aantal uur

werken uit het boek

Wat?	3.4 Woordformules: extra ondersteuning: 37 standaard (verplicht): 36, 38, 39, 40 extra uitdaging: 41
Hoe?	buurman/buurvrouw
Hulp?	nakijken met antwoordboekje
Tijd?	20 minuten
Klaar?	Ga verder met: 3.5 Formules met letters

woordformule

verdiensten = 4 euro + 6 euro x aantal uur

afsluiting en vooruitblik

Wat hebben we deze les gedaan:

*Je kunt rekenen met woordformules

Wat gaan we de volgende les doen:

*Je kunt rekenen met formules waar letters in voorkomen.

* Je kunt rekenen met uitdrukkingen waar letters in voorkomen.

Wat vond je van deze les

😒🙁😐🙂😃