56KV Stijlfiguren

56KV Stijlfiguren!
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

56KV Stijlfiguren!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat valt er op?

Slide 3 - Carte mentale

door dik en ... steunen

Slide 4 - Question ouverte

als puntje bij .... komt

Slide 5 - Question ouverte

zonder blikken of ....

Slide 6 - Question ouverte

van top tot ...

Slide 7 - Question ouverte

1 Bedenk nu zelf een leuke alliteratie.

Slide 8 - Question ouverte

2 assonantie  
De oude gouden auto. 

Slide 9 - Diapositive

Ander voorbeeld

 

De wijze, kleine, geinige meid

Slide 10 - Diapositive


De tuin ruikt kruidig =

A
Alliteratie
B
Assonantie

Slide 11 - Quiz

"Zondag zeker zwaar zeilen"

Dit is:
A
Assonantie
B
Alliteratie

Slide 12 - Quiz

Schrijf een assonantie met 'aa'

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf een assonantie met 'ee'

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf een assonantie met 'uu'

Slide 15 - Question ouverte

de laatste: assonantie met 'ie'

Slide 16 - Question ouverte

3 Ellips / Elliptische zin

Slide 17 - Diapositive

Welke Fransman schreef
'Les Misérables' ?

Slide 18 - Question ouverte

1861. Victor Hugo heeft zijn boek klaar en stuurt het naar de uitgeverij.
In zijn begeleidende brief staat gewoon: "?"

De uitgeverij stuurt een briefje terug.
Wat stond hierin?

Slide 19 - Question ouverte

Het vraagteken is een voorbeeld van een elliptische zin.
Een beknopte, onvolledige zin waarin enkele elementen ontbreken.
Maar toch begrijp je wat de schrijver bedoelt.

Slide 20 - Diapositive

Nog 2 voorbeelden:

Wie heeft je hierbij geholpen? Mijn broer.

Pff, voel me vandaag niet helemaal...

Slide 21 - Diapositive

4 Repetitio = herhaling

Voorbeelden: 


 Je hebt mensen en mensen.

 Uur na uur na uur zagen we hetzelfde.

 Ik ben het zat, zat, zat. 

Drommels, drommels en nog eens drommels.

Slide 22 - Diapositive

5 Hyperbool 

Slide 23 - Diapositive

Voorbeelden van een hyperbool
 
Hij barst van het geld. 
Dat examen heeft uren geduurd.
De regen viel met bakken uit de lucht. 

Slide 24 - Diapositive

Waarom gebruik je een hyperbool ?

Slide 25 - Question ouverte

6. Paradox
'Kalm aan. Een rap een beetje!'
Wat wil je hiermee zeggen?

Slide 26 - Question ouverte

Inderdaad.

Het lijkt niet logisch om kalm en rap te combineren,
maar eigenlijk zeg dat iemand snel rustig moet worden.
Denk nog eens na over deze paradox:

Schrijven is de kunst van het schrappen.

Slide 27 - Diapositive

7 Woordspeling
= spelen met de betekenis van woorden.


Slide 28 - Diapositive

Vul de woordspeling aan:

Als kapper is hij de ... persoon om shampoo-advies te geven.

Slide 29 - Question ouverte

8 Vergelijking

Slide 30 - Diapositive

Een waarheid als een...
Beven als een...
Afgaan als een...
Zo lek als een...
koe
riet
zeef
gieter

Slide 31 - Question de remorquage

9 Metafoor:

"Van veraf is die rots net een olifant!"
Wat gebeurt in deze zin ?

Slide 32 - Question ouverte

 Metafoor

We plaatsen beeld (= olifant) en object (= rots) naast elkaar.

Zoals in een vergelijking, maar we laten "als" vallen.

Nu kun je bijvoorbeeld zeggen:


"Laten we die olifant eens beklimmen!"



Slide 33 - Diapositive

Maak nu zelf een metafoor:

Central Park is de _ _ van New York.

Slide 34 - Question ouverte

10 Personificatie
De bomen fluisteren.
De wind fluit langs mijn oren.
De computer loopt vast.

>> je geeft een levende eigenschap aan een levenloos voorwerp

Slide 35 - Diapositive