Rekenen Blok 6 Herhaling

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Rekenen

blok 6

voorkennis activeren

tafels oefenen

leerdoel

Ik kan sommen met haakjes op de juiste volgorde uitrekenen. 

(4 + 10) : 2 x 5 =

100 : (50 - 40) =

Ik kan verhoudingen uitrekenen.

4 op de 12 = 1 op de 3

3 op de 15 = 1 op de 5

instructie

.

uitlegvideo

instructie

.

uitlegvideo

instructie

13 - 6 + 4 = 

instructie

13 - (6 + 4) = 

instructie

10 x 2 + 7 = 

instructie

10 x (2 + 7) = 

instructie

24 - 6 : 3 =

instructie

(24 - 6) : 3 =

5 x (2 + 6) =

(28 - 8) : 5 =

(4 + 5) x (4 + 5) =

(14 - 5) x (14 - 5) =

500 : (50 : 5) =

500 : 50 : 5 =

50 : (30 - 20) =

(10 + 15) x 4 =

5 + 10 : 5 x 3 =

(5 + 10) : 5 x 3 =

leerdoel

Ik kan sommen met haakjes op de juiste volgorde uitrekenen. 

(4 + 10) : 2 x 5 =

100 : (50 - 40) =

Ik kan verhoudingen uitrekenen.

4 op de 12 = 1 op de 3

3 op de 15 = 1 op de 5

instructie

.

uitlegvideo

instructie

3 op de 12 

instructie

6 op de 18

instructie

8 op de 32

2 op de 12

5 op de 20

6 op de 36

30 op de 40

25 op de 75

In een voetbalteam zitten 12 meisjes.
1 op de 3 heeft roze voetbalschoenen.
Hoeveel meisjes zijn dat?

In een voetbalteam zitten 12 meisjes.
1 op de 4 meisjes komt op de fiets.
Hoeveel meisjes zijn dat?

Er zitten 15 bloemen in een bos.
1 op de 3 bloemen zijn rood.
Hoeveel rode bloemen zijn er?

Er zitten 21 kinderen in een klas.
1 op de 7 kinderen zijn jongen.
Hoeveel jongens zijn er?

In een zak snoep zitten 42 snoepjes.
1 op de 6 snoepjes is drop.
Hoeveel dropjes zijn er?

Reken de sommen uit op het werkblad en lever in.

Klaar?

Junior cloud rekenen