Woorden met eer, oor en eur
1 / 46
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Schrijf de woorden met eer, oor en eur over.
De hond rent door de deur naar binnen.
Slide 2 - Question ouverte
Schrijf de woorden met eer, oor en eur over.
Bello is een speurneus en hij volgt het spoor.
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf de woorden met eer, oor en eur over.
Met zijn neus ruikt hij elke keer de geur.
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf de woorden met eer, oor en eur over.
Een moorkop is een soort grote soes met slagroom.
Slide 5 - Question ouverte
Schrijf de woorden met eer, oor en eur over.
De zeurpiet stelde voor om te stoppen.
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf de woorden met eer, oor en eur over.
De zieke had veertig graden koorts.
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf de woorden met eer, oor en eur over.
Luna kleurt een mooie kleurplaat.
Slide 8 - Question ouverte
Maak de zin af zodat het rijmt. Schrijf het woord op.
De boot gaat op en neer, over het m...
Slide 9 - Question ouverte
Maak de zin af zodat het rijmt. Schrijf het woord op.
De trein rijdt door, over het sp...
Slide 10 - Question ouverte
Maak de zin af zodat het rijmt. Schrijf het woord op.
De nette heer, ziet een ijsb...
Slide 11 - Question ouverte
Maak de zin af zodat het rijmt. Schrijf het woord op.
Dit is een vieze geur, zei de oude z...
Slide 12 - Question ouverte
Maak de zin af zodat het rijmt. Schrijf het woord op.
Ik hoor: het geluid van een b...
Slide 13 - Question ouverte
Maak de zin af zodat het rijmt. Schrijf het woord op.
Er zit een scheur, in de voord...
Slide 14 - Question ouverte
Maak de zin af zodat het rijmt. Schrijf het woord op.
Marissa kleurt, maar nu is mijn b...
Slide 15 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 1
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 16 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 2
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 17 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 3
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 18 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 4
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 19 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 5
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 20 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 6
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 21 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 7
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 22 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 8
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 23 - Question ouverte
Zoek stukjes met nummer 9
en maak er een woord van.
en maak er een woord van.
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Dit is een ...
Slide 27 - Question ouverte
Dit is een ...
Slide 28 - Question ouverte
Dit is een h...
Slide 29 - Question ouverte
Dit is een ...
Slide 30 - Question ouverte
Dit is een ...
Slide 31 - Question ouverte
Dit is een ...
Slide 32 - Question ouverte
Ik ... een boterham
Slide 33 - Question ouverte
Ik ...
Slide 34 - Question ouverte
Ik
je wel, maar ik zie je niet.
De
houdt vliegen tegen.
Plaats de woorden in de juiste zin
hoor
hor
Slide 35 - Question de remorquage
Ik vertel een
verhaal.
Er hangt een
aan mijn trui.
Plaats de woorden in de juiste zin
kort
koord
Slide 36 - Question de remorquage
Stap aan
van het schip.
Op mijn
ligt rijst.
Plaats de woorden in de juiste zin
boord
bord
Slide 37 - Question de remorquage
Het
is kleiner dan de stad.
De bal rolt
mijn poortje.
Plaats de woorden in de juiste zin
dorp
door
Slide 38 - Question de remorquage
Moet er eer, oor of eur staan? Schrijf het woord op.
Max zingt in een k...
Slide 39 - Question ouverte
Moet er eer, oor of eur staan? Schrijf het woord op.
Boer Jos heeft v... tien kippen.
Slide 40 - Question ouverte
Moet er eer, oor of eur staan? Schrijf het woord op.
Veeg je laarzen op de d...mat.
Slide 41 - Question ouverte
Moet er eer, oor of eur staan? Schrijf het woord op.
Welke kl... vind jij het mooist?
Slide 42 - Question ouverte
Moet er eer, oor of eur staan? Schrijf het woord op.
Mieke is ziek en heeft k...ts
Slide 43 - Question ouverte
Moet er eer, oor of eur staan? Schrijf het woord op.
De sporter gooit de sp... heel ver.
Slide 44 - Question ouverte
Wat vond je van de les?
A
B
C
D
Slide 45 - Quiz
Dat was het weer voor deze week.
Hieronder kun je schrijven als je een boodschap achter wilt laten.
