elektriciteit

Spanningsbronnen
- Elektriciteit wordt geleverd door een spanningsbron.

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Spanningsbronnen
- Elektriciteit wordt geleverd door een spanningsbron.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Polen 
  •  Elektriciteit kan je niet zien stromen --> Water wel (Vergelijking) 
  • Water stroomt dus van waar te veel is (+) naar waar te weinig is (-).

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Batterijen
Batterijen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

platte batterij
3 batterijen in serie
totale spanning:
1,5+1,5+1,5=4,5 volt

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stroomkring
  • Hoe stroomt de stroom in een stroomkring?
  • Hoe stromen elektronen in een Stroomkring?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomkringen

Een stroomkring is een klein cirkeltje van een +pool naar een -pool. Kijk maar naar de batterij hiernaast. 

Om het lampje te laten branden heb je spanning nodig

Een Stroomkring kan ook anders getekend worden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
  • 1 stroomkring
  • 1 lampje uit > alles uit
  • Stroom overal gelijk
Parallelschakeling:
  • meerdere stroomkringen
  • 1 lampje uit > rest blijft aan
  • Stroom wordt verdeeld over de vertakkingen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevaarlijke spanning
(grote spanning)
veilige spanning 
(kleine spanning)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanning
Iedere batterij heeft zijn eigen spanning.

Spanning word gemeten in Volt (V)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleider
  • Een geleider geeft de elektriciteit goed door. 

Isolator
  • Een isolator geeft de elektriciteit niet goed door. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen
1
2

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermogen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmpje learnbeat

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kortsluiting

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overbelasting en kortsluiting
Overbelasting en kortsluiting

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overbelasting

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De meterkast

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zekering/smeltveiligheid
1
2
3

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betaal je voor elektriciteit?
  • kWh-meter
  • Verschil berekenen
  • Wat kost 1 kWh?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenvraag
Ikram krijgt op school de opdracht om thuis op twee dagen de meterstanden van de kWh-meter af te lezen. Ikram leest op woensdag en vrijdag op hetzelfde tijdstip de meter af.
woensdag: 10385 kWh      
vrijdag:  10400 kWh
Het energietarief is 0,24 euro per kWh
Bereken de energiekosten in die twee dagen
  • Verbruik = 10400 - 10385 = 15 kWh
  • Kosten = verbruik x prijs per kWh
  • Kosten =  15 x 0,24 = 3,60 euro

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Elektriciteit

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elektrische schakelingen

Stroomsterkte = Ampére

Spanning = Volt

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stroomkring
                      
De batterij levert de elektrische energie, de stroom, de elektriciteit.
De batterij is de spanningsbron          

Slide 27 - Diapositive

Een batterij levert de elektrische energie.

De draden vervoeren de energie naar het lampje.

De energie wat nog over is gaat dat via de draden terug naar de batterij. Zodat het weer opgeladen kan worden. 
De Dynamo
Een batterij en een dynamo zijn spanningsbronnen. 
Een spanningsbron geeft elektriciteit.


Bij oudere fietsen kun je de dynamo zien.
 Als je fietst, dan draait het wieltje rond. 
Als het wieltje van een dynamo tegen de band van een fiets komt, moet je zwaarder trappen. 

De dynamo geeft nu een spanning van ongeveer 6 volt.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De generator
Boven in een windmolen zit een heel grote dynamo. 
Zo’n grote dynamo noem je een generator. 
Een generator geeft elektriciteit met een hoge spanning. 

Door de wind draaien de wieken van de windmolen. 
Als de wieken draaien, maakt de generator elektriciteit, net als de dynamo op je fiets.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er altijd aan in een elektriciteit centrale ?
A
water
B
vuur
C
stoom
D
gas

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook in de natuur kun je elektriciteit tegenkomen.Welk verschijnsel heeft met elektriciteit te maken?
A
bliksem tijdens het onweer
B
de donder tijdens het onweer
C
het licht van de zon
D
de warmte van de zon

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over een batterij?
A
heeft 1 aansluiting de plus
B
heeft maar 1 aansluiting de min
C
Heeft 2 aansluitingen de plus en de min

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stroomkring loopt van de...
A
-pool naar de +pool
B
+pool naar de -pool

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions