3 juni 2021

Les devoirs 
Huiswerk voor deze les:
Maken: ex. 31c (probeer ook d)

Huiswerk voor de volgende les:
Maken: ex. 31d, 32abcd
Bestuderen: grammaire H (het werkwoord aller)
Leren voor MO: voca F
Programme:
- huiswerk nakijken
- uitleg grammaire H
- opdrachtje gr. H
- Ex. 32abcd maken
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les devoirs 
Huiswerk voor deze les:
Maken: ex. 31c (probeer ook d)

Huiswerk voor de volgende les:
Maken: ex. 31d, 32abcd
Bestuderen: grammaire H (het werkwoord aller)
Leren voor MO: voca F
Programme:
- huiswerk nakijken
- uitleg grammaire H
- opdrachtje gr. H
- Ex. 32abcd maken

Slide 1 - Diapositive

Klaar met nakijken? Dan kun je 32ab proberen te maken. Onderstreep bij a de vorm van aller (kijk in je tekstboek welke vorm dit is) met rood, en onderstreep het hele ww met blauw. Als je geen kleurtjes hebt, kun je ook de vorm van aller gewoon onderstrepen en het hele ww onderstrepen met een golfje.
timer
8:00
Opdracht 27a
1 Het is een winkelparadijs en de mooiste laan van Parijs.
2 Met welke winkel zullen we beginnen?


Slide 2 - Diapositive

Grammaire H
  1. le verbe aller
  2. Le futur proche

Slide 3 - Diapositive

(1/2) Le verbe aller
  • aller = gaan
  • onregelmatig werkwoord (net als être & avoir)
  • Dus uit je hoofd leren!

Slide 4 - Diapositive

(1/2) Le verbe aller
  • aller = gaan
  • onregelmatig werkwoord (net als être & avoir)
  • Dus uit je hoofd leren!

Slide 5 - Diapositive

(2/2) Le futur proche
  • Om te zeggen dat iets moet gebeuren
  • Vorm van aller + heel werkwoord
  • Jij gaat een broek kopen.
  • Tu vas acheter un pantalon.
  • Woordvolgorde in het Frans: Onderwerp + vorm van aller + hele ww + rest vd zin

Slide 6 - Diapositive

1. Julie va manger une pomme.
Vorm van aller + heel werkwoord
Alleen een vorm van aller 
Sleep per zin het vinkje naar de juist kolom.
2. Ils vont au camping.
3. Nous allons regarder un film.
timer
2:00

Slide 7 - Question de remorquage


  • Ex. 32abcd samen doornemen
  • Met grammaire H erbij


  • Begin zelf aan ex. 32abcd, 33*
  • Klaar? Kijk in LessonUp of er nog een opdracht is om ergens mee te oefenen.
  • Of ga online luisteropdrachten maken: ex. 24, 30



< 6,5

> 6,5

Slide 8 - Diapositive

Ex. 32ab
  • Vous allez faire les magasins?
  • Vertaal de zin
  • Gaan jullie winkelen? / Gaat u winkelen? 
  • Vorm van aller =
  • allez
  • Hele ww = 
  • faire les magasins
  • Maak nu zelf 32ab af
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Ex. 32ab
  1. Vous allez faire les magasins? - Gaan jullie winkelen/ Gaat u winkelen?
  2. Anna va acheter une robe rose. - Anna gaat een roze jurk kopen.
  3. Je vais porter un jean classique. - Ik ga een klassieke jean dragen.
  4. Tu vas découvrir la ville? - Ga je de stad ontdekken?
  5. Mes parents vont visiter Paris. - Mijn ouders gaan Parijs bezoeken.

Slide 10 - Diapositive

Ex. 32c
Vertaal de woorden tussen haakjes in het Frans.
  • (1) Qu'est-ce que tu (ga kopen) _______________ ?
  •  Onderwerp = tu --> kies de vorm van aller die daar bij hoort
  • tu vas
  • kopen = ?
  • acheter
  • tu vas acheter

Ex. 32d
Onderstreep de persoonsvorm in de zinnen. Zet de zinnen in de futur proche (vorm van aller + heel ww)
  • (1) Vous achetez un nouveau sac?
  • Koopt u een nieuwe tas?
  • wat is de PV?
  • achetez
  • heel ww maken van achetez --> acheter
  • Vorm van aller ervoor zetten
  • Vous allez acheter un nouveau sac?

  • Maak Ex. 32cd zelf af
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Les devoirs 
Huiswerk voor de volgende les:
Maken: ex. 31d, 32abcd
Bestuderen: grammaire H (het werkwoord aller)
Leren voor MO: voca F

Slide 12 - Diapositive