H2P2

1) Verschuiven over/langs de lijn
De prijs verandert.
De prijs staat in de figuur op de y-as.
Dus lees je af langs de lijn.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1) Verschuiven over/langs de lijn
De prijs verandert.
De prijs staat in de figuur op de y-as.
Dus lees je af langs de lijn.

Slide 1 - Diapositive

2) Verschuiven van de lijn
Hier bij elke prijs meer vraag, door
bijvoorbeeld:
- meer inwoners
- voorkeuren veranderen (reclame, 
   'influencers', smaak, mode)
- meer inkomen
- prijsstijging andere merken

Slide 2 - Diapositive

Wat is een verandering langs de vraaglijn?
A
Het inkomen van de consument daalt
B
Het aantal consumenten daalt
C
De prijs van het product daalt
D
Je product wordt aantrekkelijker

Slide 3 - Quiz

10 minuten zelfstandig
Maken vraag 6,7,8,9,10 van paragraaf 1

+ hulp bij je huiswerk
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Winst is winst (Paragraaf 2)
Leerdoelen:
  • Je kunt de omzet van een bedrijf berekenen.
  • Je kunt de totale winst van een bedrijf berekenen.
  • Je weet wat vaste en wat variabele kosten zijn.

Slide 5 - Diapositive

Toelichting bron 1
Bij een prijs van €40 per kaartje willen 20.000 fans (=gevraagde hoeveelheid) een kaartje kopen. 

Bij een prijs van €80 haken 4.000 fans af. Maar 16.000 fans 
(= gevraagde hoeveelheid) willen dan nog steeds een kaartje voor het concert in Adam kopen.
Vraaglijn

Slide 6 - Diapositive

TW= TO-TK
TK= Vast + Variabel

Slide 7 - Diapositive

Omzet = P x Q
Al het geld wat er binnenkomt. De opbrengst dus (géén winst)

Slide 8 - Diapositive

Verschil variabele en constante kosten
  • Vaste kosten (constante kosten): zijn kosten die niet afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (zijn onafhankelijk van de omzet)
  • Variabele kosten: zijn kosten die wel afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (zijn afhankelijk van de omzet) 

Slide 9 - Diapositive

Geef aan of het  gaat om vaste of een variabele kosten. 







Vaste kosten
Variabele kosten
Reclamekosten
Verzendkosten
Loon vast personeel
Huur
Grondstoffen

Slide 10 - Question de remorquage

Stap 1: Berekenen de gevraagde hoeveelheid= Qv
Stap 2
Berekenen Totale winst = TW

Slide 11 - Diapositive

Maakwerk
Paragraaf 2, vraag 1 t/m 7

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo