Genetica Herhaling

Genetica
Herhaalles
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Genetica
Herhaalles

Slide 1 - Diapositive

Wat is een allel?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen autosomaal en x-chromosomaal?

Slide 3 - Question ouverte

Door welke processen ontstaat er meer variatie in een populatie?
A
Alleen door mutatie
B
Alleen door recombinatie
C
Recombinatie en mutatie
D
Door geen van beiden

Slide 4 - Quiz

Hoeveel verschillende genotypen kun je vinden in een eicel van moeder BbDd als de genen gekoppeld overerven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Welk woord gebruiken we om het geheel van uiterlijke kenmerken van een individu aan te duidden?

Slide 6 - Question ouverte

Monohybride kruising
= kruising waarbij je let op de overerving van één eigenschap.
Één genenpaar betrokken:

Slide 7 - Diapositive

Dihybride kruisingen
Bij dihybride kruisingen kijken we naar 2 genen tegelijk in een kruising

Slide 8 - Diapositive

Welke geslachtscellen kunnen de ouders maken?
AB, Ab, aB en ab                           x                    AB, Ab, aB en ab
AB
Ab
aB
ab
AB
AABB
AABb
AaBB
AaBb
Ab
AABb
AAbb
AaBb
Aabb
aB
AaBB
AaBb
aaBB
aaBb
ab
AaBb
Aabb
aaBb
aabb

Slide 9 - Diapositive


A
Dominant, autosomaal
B
Recessief, autosomaal
C
Dominant, X-chromosomaal
D
Recessief, X-chromosomaal

Slide 10 - Quiz

Multipele allelen
Voor één erfelijke eigenschap bestaan drie of meer verschillende allelen. Bijv. bloedgroepen --> allelen:

Slide 11 - Diapositive

Een man met bloedgroep O en een vrouw met bloedgroep AB krijgen samen een kind. Hoe groot is de kans dat het kind bloedgroep AB heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 12 - Quiz

Letale factor
Een allel dat geen levensvatbaar individu oplevert als een genenpaar bestaat uit twee van zulke allelen.
Als beide ouders dezelfde letale factor bezitten, wordt een deel van de verwachte nakomelingschap niet geboren.

Slide 13 - Diapositive

Gekoppelde overerving
Twee genenparen liggen in hetzelfde chromosomenpaar.








Tegenovergestelde: ongekoppelde overerving (= twee genenparen liggen in verschillende chromosomenparen.)

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel verschillende genotypen kun je vinden in een eicel van moeder BbDd als de genen onafhankelijk overerven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Bij kippen is het allel voor een erwtenkam (E) dominant over dat voor een enkelvoudige kam (e); het allel voor gevederde poten (G) is dominant over dat voor kale poten (g)

Een hen met een erwtenkam en gevederde poten wordt gekruist met een haan met een enkelvoudige kam en kale poten. Onder de directe nakomelingen bevinden zich vier verschillende fenotypen.

Wat was het genotype van de hen?
A
EEGG
B
EEGg
C
EeGG
D
EeGg

Slide 16 - Quiz

Bij muizen komen de volgende allelen voor: allel H veroorzaakt beharing, allel h veroorzaakt kaalheid. Allel R veroorzaakt bruine haren en allel r witte. De genoemde allelen zijn niet X-chromosomaal en niet gekoppeld. Twee muizen met het genotype HhRr krijgen nakomelingen.

Hoe groot is de kans dat het eerstgeboren jong een bruine vacht zal hebben?1
A
1/4
B
1/2
C
9/16
D
3/4

Slide 17 - Quiz