Paragraaf 3.5/3.6: Speciale overerving, dihybride kruisingen

Paragraaf 3.5/3.6: Speciale manieren van overerving
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3.5/3.6: Speciale manieren van overerving

Slide 1 - Diapositive

Tot nu toe gehad...
  • Monohybride: Aa x Aa

  • Intermediair: IAIa x IAIa
  • X-chromosomaal: XAXa x XAY

Slide 2 - Diapositive

Vandaag krijg je uitleg over
Speciale manieren van overerven: 
- Letale allelen
- Multipele allelen
- Gekoppelde en ongekoppelde overerving 
   (dihybride kruisingen voor VWO) 



Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen: speciale manieren van overerving (HAVO)
1. Je kunt kruisingsschema’s maken voor onafhankelijke overerving van multipele allelen, letale factoren en gekoppelde genen.

2. Je kunt uit de kruisingsschema’s voor onafhankelijke overerving van multipele allelen, letale factoren en gekoppelde genen, of uit stambomen hiervan, de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen: speciale manieren van overerving (VWO)
1. Je kunt een kruisingsschema opstellen voor onafhankelijke overerving van multipele allelen, letale factoren en gekoppelde genen en hieruit of uit stambomen de frequentie van genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden.
2. Je kunt het overervingspatroon uitleggen bij mitochondriale overerving.
3. Je kunt uitleggen hoe bij geslachtelijke voortplanting voortplantingscellen met een unieke combinatie van genen ontstaan door recombinatie van chromosomen en crossing-over.


Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen: Dihybride-kruisingen (VWO)


1. Je kunt een kruisingsschema opstellen voor een dihybride kruising met onafhankelijke overerving en de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema, of uit een stamboom van een dihybride kruising met onafhankelijke overerving.


Slide 6 - Diapositive

Multipele allelen
Drie allelen (IA, IB en i) combineren tot 4 bloedgroepen: 
Bloedgroep A:      IAIA of IA
Bloedgroep B:      IBIB of IB
Bloedgroep AB:   IAIB
Bloedgroep 0:      ii 

Slide 7 - Diapositive

Een vrouw met bloedgroep 0 krijgt een kind met een man met bloedgroep AB. Hoe groot is de kans dat het kind bloedgroep A heeft?
timer
3:00

Slide 8 - Question ouverte

Letale allelen
Een allel zorgt ervoor dat een organisme niet levensvatbaar is wanneer het homozygoot (twee maal) aanwezig is. 

Voorbeeld: q is een letaal allel bij muizen. Je kruist twee heterozygote muizen (Qq). 25% van die nakomelingen heeft genotype qq: die zijn dus niet levensvatbaar. 
Van de overige muizen is 2/3 Qq en 1/3 QQ. 

Slide 9 - Diapositive

p is een letaal allel bij cavia's. Je kruist cavia Pp met cavia Pp. Hoeveel % van de levend geboren jongen heeft genotype Pp?
timer
3:00

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Alle nakomelingen
 in de F1 zijn:        

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Opdracht: Gekoppelde dihybride kruising
Onderzoekers ontdekten dat geen van de beren in de F2 een gekrulde bruine vacht hadden of een gladde zwarte vacht. Daarom denken ze dat er sprake is van gekoppelde overerving.

Maak weer een kruisingsschema, maar ga er nu van uit dat de allelen gekoppeld zijn. De kruising begint als volgt:
P:     


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Twee konijnen met lang haar en rechtopstaande oren die beide heterozygoot zijn voor deze eigenschappen planten zich voort. De genen voor deze eigenschappen liggen op hetzelfde chromosoom. Hoeveel procent van de nakomelingen zal kort haar en flaporen hebben?
timer
5:00

Slide 20 - Question ouverte

Bij pronkerwten zijn de allelen P en L gekoppeld. 

P = paarse bloemkleur en is dominant over rode bloemen.


Bij stuifmeelkorrels blijken twee vormen voor te komen: 

L = langwerpige stuifmeelkorrels
l = ronde stuifmeelkorrels

Een plant met rode bloemen en rond stuifmeel wordt gekruist met
een ouder die heterozygoot is voor beide eigenschappen:
Wat zijn de verhoudingen van de fenotypes in de F1-generatie?
A
0/100
B
25/75
C
50/50
D
20/80

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!
 

Havo:
Paragraaf 3.5: opdracht 53 t/m  63




Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Crossing-over (VWO)
  • Chromatiden van twee chromatiden raken verstrengeld in elkaar
  • Wanneer breuken die ontstaan in de DNA-moleculen niet worden hersteld: crossing-over
  • Uitwisseling van chromosoomdelen tussen homologe chromosomen
  • Een chromosoom bevat dan allelen van twee verschillende ouders 
  • Nieuwe haplotypen: combinatie van allelen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Aan de slag!


VWO: 
Paragraaf 3.5: opdracht  45 t/m 53
Paragraaf 3.6: opdracht  54 t/m 61


Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 26 - Diapositive