B. Grammaire: les verbes irréguliers

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

schrijfopdracht in Teams
1) schrijven in het document zelf - bijlage hoeft niet
2) geen foto's!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Futur simple (regelmatige ww)
hele werkwoord + uitgangen
ai
as
a
ons
ez
ont

Slide 5 - Diapositive

Conditionnel (regelmatige ww)
hele werkwoord + uitgangen imparfait
ais
ais
ait
ions
iez
aient

Slide 6 - Diapositive

conditionnel
bv je parlerais
parler - ais
parler = het hele werkwoord, vaak de stam van de futur (NIET bij onregelmatige werkwoorden - stampen!)
ais = uitgang imparfait (je parlais = ik sprak)

Slide 7 - Diapositive

Au travail 
  • les verbes irréguliers: Grammaire B
exercices p 24
24 a-b-c 
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Welke tijd is 'je ferai'?

A
conditionnel
B
présent
C
imparfait
D
futur simple

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'ils auraient'?
A
zij hadden
B
zij zouden hebben
C
zij zullen hebben
D
zij hebben gehad

Slide 10 - Quiz

De conditionnel is opgebouwd uit de stam van de futur simple en de uitgangen van de imparfait
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Vervoeg 'être' in de futur simple
onderwerp: nous

Slide 12 - Question ouverte

Vervoeg 'faire' in de passé composé
onderwerp: il


Slide 13 - Question ouverte

vervoeg 'avoir' in de imparfait
onderwerp: 'vous'

Slide 14 - Question ouverte