B. Les verbes irréguliers Grammaire

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Aujourd'hui

- analyse test formatif

en classe / individuel

- les verbes irréguliers

"conditionnel" + aller

Test

- Vocabulaire

- Verbes (--> basis ook voor deze les!)

- Traduction des phrases (NL!)

- Leesvaardigheid: 

                             - antwoorden op de vraag!

                             - WAT wordt er gevraagd - geen extra info!

naslag!

Futur simple (regelmatige ww)

hele werkwoord + uitgangen

je parlerai.                 --> ik zal praten.         <-- --> ik ga praten            je vais parler

tu parleras

il parlera

nous parlerons

vous parlerez

ils parleront

               avoir: j'aurai   -   être: je serai   -   faire: je ferai   -   aller:j'irai

Imparfait (regelmatige ww)

nous-vorm présent + uitgangen imparfait

je parlais.               ik sprak

tu parlais

il parlait

nous parlions

vous parliez

ils parlaient

Conditionnel 

futur simple + imparfait

Conditionnel 

hele werkwoord (= futur simple) + uitgangen imparfait

ais

ais

ait

ions

iez

aient

conditionnel

bv je parlerais

parler - ais

parler = het hele werkwoord, vaak de stam van de futur (NIET bij onregelmatige werkwoorden - stampen!)

ais = uitgang imparfait (je parlais = ik sprak)

--> ik zou spreken 

conditionnel

je parlerais

tu aurais

il serait

nous irions

vous finiriez

ils feraient

--> Boîte à grammaire (in je schrift?)

Welke tijd is 'je ferai'?

1. conditionnel
2. présent
3. imparfait
4. futur simple

Wat betekent 'ils auraient'?

1. zij hadden
2. zij zouden hebben
3. zij zullen hebben
4. zij hebben gehad

De conditionnel is opgebouwd uit de stam van de futur simple en de uitgangen van de imparfait

1. waar
2. niet waar

Vervoeg 'être' in de futur simple
onderwerp: nous

Vervoeg 'faire' in de passé composé
onderwerp: il

vervoeg 'avoir' in de imparfait
onderwerp: 'vous'

conditionnel - ils - aller

conditionnel - vivre - tu