Aardappelsalade

• Consumptieve techniek
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Welkom klas 3 HBR

Leerdoelen

Aan het einde van de les weet/kan de leerling:

.....instructie zelfstandig een ui snipperen.

Leerling kan in grote lijnen een aardappel in blokjes snijden.

Vorige week

Herhaling vorige week

Wat heb je geleerd?

Waar staat de kleur voor?

Rood voor rauw vlees. 

Blauw voor vis, schaal- en schelpdieren.

Groen voor groenten en fruit.

Geel voor gevogelte.

Bruin voor gebraden vlees en worst.

Wit voor kaas en brood.

Snijtechnieken 

Ingredïenten

1 stuks Aardappel

0,5 stuks Ui 

2 plak augurk 

3 takjes peterselie mayonaise 

Materialen

Groene snijplank

Koksmes

Steelpan

Eetlepel

Theelepel

Officemes

Puntzeef

2x bekken

schilmes

Voordat je begint

Emmer sop vullen en klaarzetten in je werkbank 

Schort om + haarnetje op 

Handen wassen met zeep (20 sec) 

Werkbank controleren 

Brunoise(blokjes)

Vierkant

Plakken

Repen

Blokjes

Uitvoeren

Zet de steelpan met warm water op het vuur.

Breng deze aan de kook.

Kook de aardappel in 8 minuten gaar.(zacht)

Giet af in de puntzeef 

Ui snipperen

Schil verwijderen

Horizontaal insnijde

Verticaal snijden

Snippers snijden

Hakken

Eerst grof snijden

Hand op einde van je mes

Beweeg je mes als snijden naar 

links en rechts

Uitvoeren

Schoonmaken

1. Afwassen van het gebruikte materiaal

2. Maak de bovenkant van de werkbank schoon 

3. Maak het fornuis schoon 

4. Maak de binnenkant van de pannenkast schoon 

5. Maak de lade schoon 

A. Binnenkant

B. Buitenkant

Leerdoelen behaald?

Leerling kan de weegschaal op 0 zetten met de tarra knop

Leerling kan met een korte instructie zelfstandig een ui snijden

Leerling kan in grote lijnen een aardappel in blokjes snijden

Hoe vond je het schoonmaken gaan?

1. Heel goed, geen verbeterpunten
2. Goed, kan iets beter
3. Niet zo goed, kan veel beter
4. Slecht, het is nog vies en moet opnieuw

Ben je blij met het eindresultaat?
Vertel ook waarom je wel of niet blij bent.

Hoe ging het samenwerken?

1. Heel erg goed, alles was goed verdeeld
2. Goed, maar het kan beter
3. Niet zo goed, de een heeft meer gedaan dan de ander
4. Slecht, de verdeling klopte niet