4.3 Brochures

4.3 Brochures 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.3 Brochures 

Slide 1 - Diapositive

Program
  • Check Product Adverts & Quick exercise
  • Check exercises 4.2 (1, 5, GR18, Extra GR18)
  • Look at Brochures
  •  Ontkennende zinnen (tt/vt)
  • Exercise 2, GR07
  • Exercises 1 & 4

Slide 2 - Diapositive

Maak een korte advertentie voor een item dat je bij je hebt. (gebruik bijv.nw en trappen van vergelijking)

Slide 3 - Question ouverte

English week 16-12-2024
Brochures:
Brochures zijn eenvoudige informatieve teksten. Ze gaan altijd over één specifiek onderwerp en geven hier veel informatie over. Om de informatie overzichtelijk te houden, wordt deze met koppen onderverdeeld in kleinere stukjes. Daaraan kun je al zien waar het volgende stukje over gaat. Een kop helpt je dus snel beslissen of je dat stukje tekst echt moet lezen.

Exercises: 4.3 Exercise 1 & 4

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

What were the brochures for? (3x)

Slide 8 - Question ouverte

Zinnen negatief maken (tt)

Slide 9 - Diapositive

Zinnen negatief maken (vt)

Slide 10 - Diapositive

Bij deze ww heb je geen (do/does/did nodig). 
Maak exercise 2, GR 07 (+Extra GR 07)

Slide 11 - Diapositive

Manager: Can you come to work on Saturday?

Slide 12 - Question ouverte

Customer: Can I pay with my creditcard? (-)

Slide 13 - Question ouverte

Colleague: Have you checked if there is enough paper in the printer?

Slide 14 - Question ouverte

Supplier: Did you order those products?

Slide 15 - Question ouverte

We sell health care products (-)

Slide 16 - Question ouverte

My colleague eats his lunch in the cafetaria.

Slide 17 - Question ouverte

My manager told me to phone the customer (-)

Slide 18 - Question ouverte

 Exercise 2, GR 07 

1. In welke tijd staat de zin? (tt=do/does - vt=did)
2. Staat er een hulp ww in de zin? (not erachter)
3. Geen hulp ww tt: don't + ww / doesn't + ww (-s) 
4. Geen hulp ww vt: did not (didn't) + ww

Klaar? Maak dan exercise 4.3 exercise 1 & 4 (brochures)

Slide 19 - Diapositive

Exercises P2 (H3+4)
3.1: 1,2,3, GR15, EGR15, Exam Ex. & Extra Listening
3.2: 1,2,3,5, GR03 en EG03
3.3: 1 t/m4, Exam Ex. & Extra Listening
4.1: 1,5, Exam Exercise, Extra Reading, Extra Exam Ex.
4.2: 1, 4, GR18, EG18 & 5 + Opdracht 
4.3: 1,2,GR07, 4


Slide 20 - Diapositive

Presentatie Product/Dienst
Presenteer een product van je stage (foto op laptop)
Vertel waar het voor is, wat het doet of kan
Vertel waarom iemand het zou moeten kopen
Vertel waar het te koop is en wat het kost. 

Slide 21 - Diapositive

Presentatie Stagebedrijf
Naam stagebedrijf
Welke producten of diensten biedt het bedrijf?
Welke werkzaamheden voer jij daar uit?
Waarom is het een leuk bedrijf om voor te werken?
Waar is het bedrijf te vinden?

Slide 22 - Diapositive