RAVJ 2.17 t/m 2.24

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Vorige les
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn redenen om geld te lenen bij een bank?

Slide 3 - Question ouverte

Leg uit waarom de rente bij een hypothecaire lening laag is

Slide 4 - Question ouverte

Maatschappelijke geldhoeveelheid
De centrale bank regelt de hoeveelheid geld in een land / gebied.


Al het girale en chartale geld in handen van het publiek (consumenten en bedrijven) heet de maatschappelijke geldhoeveelheid. 

Als er sprake is van geldschepping, neemt de maatschappelijke geldhoeveelheid toe.


Slide 5 - Diapositive

Geldhoeveelheid
De figuur illustreert de geldhoeveelheid aan de hand van de maatschappelijke geldhoeveelheid  in ons land. 

Het bestaat uit het chartale geld (dit zijn de munten en bankbiljetten) in omloop en de saldi in rekening courant (het girale geld, ofwel de betaalrekeningen).

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Hoeveel mag een bank uitlenen?
Liquiditeitspercentage: 
liquide middelen /rekening-courant tegoeden

Dus:

contant geld in handen van de bank / totaalbedrag betaalrekeningen

Slide 8 - Diapositive

Liquiditeitspercentage
Banken
Laag liquiditeitspercentage:
- Weinig geld in kas -> Kan leiden tot tekorten (geen geld uit de pinautomaat)
- Veel geld om te investeren -> Hogere winsten voor de banken

Hoog liquiditeitspercentage:
- Veel geld in kas -> Er ontstaan niet snel tekorten
- Weinig geld om te investeren -> "Het geld ligt doelloos op de plank"

(1) Wij betalen steeds meer giraal, wat doet dat met het liquiditeitspercentage ?
(2) Banken hoeven geen 100% in kas te hebben, zolang er vertrouwen is in de bank. Waarom ?

Slide 9 - Diapositive

De ING bank heeft 20 miljard aan liquide middelen en de klanten hebben 150 miljard op hun betaalrekening staan. Bereken het liquiditeitspercentage.

Slide 10 - Question ouverte

De ING bank heeft 20 miljard aan liquide middelen en de klanten hebben 150 miljard op hun betaalrekening staan. Het liquiditeitspercentage moet minimaal 10% zijn. Hoeveel kan de ING bank nog uitlenen?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Wat gebeurde er precies?

  • Amerikaanse banken verstrekte leningen aan mensen die het niet of nauwelijks konden betalen
  • De bank verkoopt het huis (onderpand)
  • Als de huizenprijzen stijgen is dit geen probleem
  • Wel als de huizenprijzen dalen
  • Hierdoor leidde dit tot verlies van de bank

Slide 14 - Diapositive

Wereldwijde crisis
  • De Amerikaanse banken hadden leningen doorverkocht aan andere banken ook buiten de VS om aan geld te komen
  • Hierdoor had de hele wereld te maken met de crisis

Slide 15 - Diapositive

Gevolgen
  • Banken gingen failliet → sommige mensen proberen zoveel mogelijk geld op te nemen
  • Aandelen werden minder waard (consumentenvertrouwen daalde) → minder bestedingen → werkloosheid

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Aan de slag
Maken t/m 2.24
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken --> zelftest
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 18 - Diapositive