Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Economie - Havo 4 - Crisis
Havo 4
Crisis 1
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
> Uitleggen hoe het liquiditeitspercentage kan veranderen als gevolg van transacties, zoals het verlenen van krediet van banken aan rekeninghouders.
> Uitleggen dat een bank een liquiditeitspercentage van onder de 100% zal hebben zolang er vertrouwen is bij de rekeninghouders
Slide 2 - Diapositive
Terugblik
- 3 functies van geld (her)kennen
- stappenplan kunnen gebruiken voor de optimale arbeidsdeling
- uitleggen wat een comparatief voordeel inhoudt
Is het gelukt om alle opdrachten te maken?
Slide 3 - Diapositive
Schaarste dwingt tot keuze. Als iemand voor iets kiest, offert hij de waarde van de alternatieven, de andere mogelijkheden op.
Opofferingskosten zijn de opbrengsten van het beste, niet gekozen alternatief.
Als je niet begrijpt wat je verkeerd hebt gedaan, even aangeven, dan kom ik bij je langs.
Slide 4 - Diapositive
Taken van een bank
Betaal-/spaarrekeningen
Leningen
Betalingsverkeer regelen
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Als een bank krediet verleent, zonder dat er eerst spaargeld is binnengekomen, dan neemt de maatschappelijke geldhoeveelheid toe.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Hoeveel mag de bank uitlenen?
Liquiditeitspercentage:
Het liquiditeitspercentage, ook wel dekkingspercentage genoemd, geeft de verhouding weer tussen de hoeveelheid liquide middelen en de omvang van de rekening courant verplichtingen bij een bank.
Slide 9 - Diapositive
Liquiditeitspercentage
Slide 10 - Diapositive
Liquiditeitspercentage
Banken
Laag liquiditeitspercentage:
- Weinig geld in kas -> Kan leiden tot tekorten (geen geld uit de pinautomaat)
- Veel geld om te investeren -> Hogere winsten voor de banken
Hoog liquiditeitspercentage:
- Veel geld in kas -> Er ontstaan niet snel tekorten
- Weinig geld om te investeren -> "Het geld ligt doelloos op de plank"
(1) Wij betalen steeds meer giraal, wat doet dat met het liquiditeitspercentage ?
(2) Banken hoeven geen 100% in kas te hebben, zolang er vertrouwen is in de bank. Waarom ?
Slide 11 - Diapositive
Zelf aan de slag
maak de opdrachten tm 2.23
Slide 12 - Diapositive
De ING bank heeft 20 miljard aan liquide middelen en de klanten hebben 150 miljard op hun betaalrekening staan. Bereken het liquiditeitspercentage.
Slide 13 - Question ouverte
Zelfstandig werken - huiswerk
Basis en intensief:
maken 2.14, 2.15, 2.17 t/m 2.21
Plus en compact:
maken 2.14, 2.15, 2.17, 2.19, 2.20
Let op!
PW Crisis is op
vrijdag 13 september
Slide 14 - Diapositive
Evaluatie
> Uitleggen hoe het liquiditeitspercentage kan veranderen als gevolg van transacties, zoals het verlenen van krediet van banken aan rekeninghouders.
> Uitleggen dat een bank een liquiditeitspercentage van onder de 100% zal hebben zolang er vertrouwen is bij de rekeninghouders