Woordenschat les 1 t/m 14

Woordenschat oefenen
Les 1 t/m 14


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 44 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat oefenen
Les 1 t/m 14


Slide 1 - Diapositive

Wat betekent het woord 'uitgebalanceerd'?

Slide 2 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'uitgebalanceerd'
timer
3:00

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent het woord 'vertonen'?

Slide 4 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'vertonen'
timer
3:00

Slide 5 - Question ouverte

Sleep de betekenis naar het juiste woord!
Buigzame tak
Belangrijker worden
Met veel tegelijk
Slijtage van de gewrichten
Niet mannelijk of vrouwelijk
Groep mensen met een opdracht
Onzijdig
De artrose
De twijg
De opmars
Massaal
De commissie

Slide 6 - Question de remorquage

Welk woord past in de zin?

De immigrant/emigrant kwam naar Nederland en had het hier erg naar zijn zin.

Slide 7 - Question ouverte

Waar of niet waar?

De vergrijzing betekent: toename van het aantal ouderen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het woord 'essentieel'?

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'essentieel'
timer
3:00

Slide 10 - Question ouverte

Maak de zin af. Gebruik het woord voor de zin. Laat duidelijk de betekenis van het woord blijken met een toelichting.

(scannen) In de winkel ....

Slide 11 - Question ouverte

Maak de zin af. Gebruik het woord voor de zin. Laat duidelijk de betekenis van het woord blijken met een toelichting.

(de vondst) Het meisje vertelde trots ....

Slide 12 - Question ouverte

Sleep de betekenis naar het juiste woord!
Het hoogtepunt
Hevige hoofdpijn die telkens terugkomt
Zonder woorden
Het laten blijken van iets
Nieuwsgierig kijken
Het informeren naar iets
De piek
De uiting
Non-verbaal
De navraag
Gluren
De migraine

Slide 13 - Question de remorquage

Wat betekent het woord 'het trappenhuis'?

Slide 14 - Question ouverte

Maak een zin met het woord
'het trappenhuis'
timer
3:00

Slide 15 - Question ouverte