week 3 les 1
het propje belandt
v.t. het propje.........
v.t. het propje.........
1 / 23
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
het propje belandt
v.t. het propje.........
v.t. het propje.........
Slide 1 - Question ouverte
de surfer waxt
v.t. de surfer...........
v.t. de surfer...........
Slide 2 - Question ouverte
de lotion verzacht
v.t. de lotion.........
v.t. de lotion.........
Slide 3 - Question ouverte
het meisje schudt
v.t. het meisje...........
v.t. het meisje...........
Slide 4 - Question ouverte
ik beïnvloedde haar
t.t. ik...............haar
t.t. ik...............haar
Slide 5 - Question ouverte
gleed je weg?
t.t............je weg?
t.t............je weg?
Slide 6 - Question ouverte
sneed jij?
t.t. .............jij?
t.t. .............jij?
Slide 7 - Question ouverte
verbood je juf?
t.t............je juf?
t.t............je juf?
Slide 8 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 9 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 10 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 11 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 12 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 13 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 14 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 15 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 16 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 17 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 18 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 19 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 20 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 21 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 22 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
