week 2 les 1

Typ het woord dat je hoort
1 / 23
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Typ het woord dat je hoort

Slide 1 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 2 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 3 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 4 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 5 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 6 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 7 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 8 - Question ouverte

Thomas gleed
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 9 - Quiz

Thomas gleed
t.t. Thomas.........

Slide 10 - Question ouverte

Thomas gleed
v.d. Thomas heeft.........

Slide 11 - Question ouverte

de advocaat bewijst
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 12 - Quiz

de advocaat bewijst
v.t. de advocaat...........

Slide 13 - Question ouverte

de advocaat bewijst
v.d. de advocaat heeft ...........

Slide 14 - Question ouverte

de crimineel heeft bedrogen
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 15 - Quiz

de crimineel heeft bedrogen
t.t. de crimineel.........

Slide 16 - Question ouverte

de crimineel heeft bedrogen
v.t. de crimineel.........

Slide 17 - Question ouverte

verhuizen
t.t. Ik..............het liefst naar Amerika.

Slide 18 - Question ouverte

betreden
Peter.........het verboden terrein.

Slide 19 - Question ouverte

planten
v.t. Vorig jaar.........wij 3 appelbomen.

Slide 20 - Question ouverte

spelden
v.t. De man..........ons maar wat op de mouw.

Slide 21 - Question ouverte

verspreiden
Onze kachel heeft altijd veel warmte......

Slide 22 - Question ouverte

gluren
Hij heeft voorzichtig door een klein kiertje......

Slide 23 - Question ouverte