3. Egypte en de Nijl (Deel 2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Hoe weten wij ook alweer wat de Egyptische tekentjes betekenen?

Ca. 200

Jaar

Geleden

Schrijf je eigen naam in je schrift

3. Egypte en de Nijl (Deel 2)

Doelen van deze les

Aan het einde van deze les...

• kun je uitleggen dat irrigatielandbouw leidde tot het ontstaan van handel, steden en een staat.

Stelling: Omdat de Nijl-oevers vruchtbaar waren gingen meer mensen iets anders doen dan landbouw.

1. Waar
2. Niet waar

Welk van deze beroepen is geen voorbeeld van een ambacht?

1. Timmerman
2. Pottenbakker
3. Beeldhouwer
4. Ambtenaar

De eerste steden

• Rondom markten ontstonden steden.
• Hier leefden handelaren en ambachtslieden.
• Sommige steden hadden duizenden inwoners.

Koning (Farao) Narmer (rond 3100 v. Chr.)

Eén staat

• Rond 3100 v. Chr. werd Egypte één staat = land met één bestuur.
• De baas was koning Narmer (1ste dynastie/familie).

Bestuur

• Eén koning met alle macht: een Farao 
• Daaronder stonden ambtenaren: mensen die besluiten uitvoerden en belasting ophaalden.

Schrijven

• De Egyptenaren vinden rond 3100 v. Chr. schrijven uit.
• Ze schreven in het hiërogliefenschrift. 

Voorwerpen met Van Bruggen

Lezen blz. 38 uit je boek

We lezen samen de tekst.

Belangrijke woorden:

• Sociale lagen
• Slaven
• Farao

Maak opdracht 10 t/m 13 (blz. 38-39)