1 Ik heb
gehoord dat jouw
hondje gisteren flink heeft
geblaft.
2 Klopt, hij was erg geschrokken van het onweer.
3 Het heeft ook hard geregend, maar gelukkig had ik mijn parapluutje bij me.
4 Nog een nieuwtje, in ons woninkje is een dood muisje ontdekt.
5 We hebben het diertje in een doosje gestopt en onder een boompje gelegd.
6 Ik heb een bloempje op het grafje gelegd.
7 Kijk, ik heb er een fotootje van gemaakt.
8 Dat heb je knap gedaan hoor, het vinden van een dood dier is namelijk best een dingetje.