HVM Les 3 Neuro anatomie, - fysiologie, superpositiefenomeen

Huidverbeterende massage les 3
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Huidverbeterende massage les 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud
Terugblik: prikkelgeleiding
Nieuwe stof: 
  • Neuro anatomie
  • Functionele neuro fysiologie
  • Superpositiefenomeen
Opdracht
Evaluatie


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstelling
  • Je kunt de verschillende neuroniveaus koppelen aan de ontwikkeling, opbouw, ligging en functie van het brein.
  • Je weet wat het  superpositiefenomeen betekent.

Slide 3 - Diapositive

De student bedenkt een eigen doelstelling
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Animaal zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit parasympatisch en sympatisch?
A
Onjuist
B
Juist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welk zenuwstelsel heb je zelf invloed?
A
Autonome zenuwstelsel
B
Animale zenuwstelsel
C
Vegetatieve zenuwstelsel

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zenuwcellen kunnen zich nog herstellen na beschadiging?
A
hersenzenuwen
B
ruggenmergzenuwen
C
perifere zenuwen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zenuw is beschadigd bij aangezichtsverlamming?
A
Nervus trigeminus (5de Hersenzenuw)
B
Nervus facialis (7de Hersenzenuw)
C
Nervus vagus (10de hersenzenuw)
D
Paardenstaart (RM zenuwvlecht)

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Neuro-anatomie

Slide 10 - Diapositive

Ander kijk op de hersenen qua indeling en gedragingen.
We kijken terug op een evolutiegroei van de hersenen.
In de prehistorie hadden we ander behoeftes dan nu. In de prehistorie moesten we aan eten komen door te jagen, verbouwen en delen. Nu kunnen we ons eten wat we nodig hebben vinden in de supermarkt. We doen er weinig voor om aan eten te komen. In de prehistorie kon het dagen duren voordat er vlees op het menu kon komen of dat er honing gevonden was. De eerste levensbehoeftes stonden centraal
Indeling zenuwstelsel vanuit evolutieleer
Reptielenbrein = archi niveau (oudste brein)
Zoogdierenbrein = paleo niveau (middelste brein)
Nieuwste brein = neo niveau

Brein van mens = alle drie verenigd

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutieleer
Functioneel 
Anatomie
Archi niveau
Reflexbrein
Ruggenmerg/ perifere zenuwstelsel
Vitale brein
Hersenstam
Paleo niveau
Emotioneel brein of Limbisch systeem
Tussenhersenen
Neo niveau
Intuïtief brein
Grote hersenen rechterhelft
Logisch brein
Grote hersenen linkerhelft

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Superpositie
Hogere delen van het brein kunnen lagere delen controleren.

De 'oudere' lagere delen kunnen zich nog onttrekken, bv in geval van stress.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijk
De aanraking van de behandelaar prikkelt alle niveaus:
  • Archi - activeren van reflexbogen van het zenuwstelsel
  • Paleo - emotionele effect 
  • Neo - geloof of belang waar de klant aan gehecht is

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
Maak de opdracht Neuro niveaus
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken
Opdracht neuro niveaus 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstelling
  • Welke drie neuro niveaus ken je?

  • Wat betekent het  superpositiefenomeen?

Slide 19 - Diapositive

De student bedenkt een eigen doelstelling
Welk cijfer geef je jezelf voor deze les?
5
7
6
9
8

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke doelen heb je behaald aan het einde van deze les?
De doelen van de opdrachten
De doelen op het bord
De doelen op het bord en van de opdrachten

Slide 21 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions