Oefentoets 6.1 en 6.2

Oefentoets 6.1 en 6.2
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets 6.1 en 6.2

Slide 1 - Diapositive

1500-1600 de tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 2 - Diapositive

- Specerijen: voedsel + medicijnen.

- Vroeger had men weinig specerijen, die waren vooral te vinden in verre landen.

- Handelaren reisden naar Azië om aan specerijen te komen.
Specerijen

Slide 3 - Diapositive

Peperduur

Slide 4 - Diapositive

Specerijen worden hier gemaakt.
Indonesiërs brengen het naar India
De Arabieren brengen het over de woestijn naar Alexandrië. 
De Arabieren kopen het van de Indonesiërs. 
De Arabieren verschepen de specerijen richting Egypte
De Arabieren verkopen het aan de Italianen. 
De Italianen brengen het naar Europa. 

Slide 5 - Question de remorquage

De route naar het Oosten

Slide 6 - Diapositive

Wat wilde de Europeanen graag ontdekken?
A
Nieuwe specerijen
B
De zeeroute naar Indië
C
Nieuwe handelsproducten
D
Nieuwe gebieden om te veroveren

Slide 7 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit waarom het ontdekken van de zeeroute zo belangrijk was voor de Europeanen

Slide 8 - Question ouverte

Een gevaarlijke reis

Slide 9 - Diapositive

Welke gevaren zaten er aan de ontdekkingsreizen die gemaakt werden?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive


Hoe lang duurde de reis van Vasco Da Gama naar Indië?
(heen en terug)
A
één maand
B
een halfjaar
C
één jaar

Slide 12 - Quiz

Vasco da Gama komt uit
A
Portugal
B
Engeland
C
Nederland
D
Spanje

Slide 13 - Quiz

Amerika is vernoemd naar Columbus
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Welk werelddeel 'ontdekte' Columbus?
A
Afrika
B
Europa
C
Amerika
D
Azië

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Welke omschrijving hoort bij welke persoon?
Vasco da Gama
Cornelis de Houtman
Willem Barentsz
Cristoffel Columbus
Ging op expeditie, maar kwam vast te zitten in Nova Zembla.
De eerste Europese ontdekkingsreiziger.
Nederlandse ontdekkingsreiziger die in Oost-Indië kwam.
Ging via westen, in opdracht van de Spaanse koning en vond een nieuwe wereld

Slide 19 - Question de remorquage

Naar wie is Amerika vernoemd?
A
Columbus
B
Vespucci
C
Da Gama

Slide 20 - Quiz

De inheemse bevolking van Amerika
Rond 1500 wonen er al veel verschillende volkeren in Amerika.

Azteken, Maya's en Inca's
Toen de Spanjaarden verschenen was dit volk heel erg machtig

Slide 21 - Diapositive

Wat betekend inheemse bevolking
A
De bewoners die oorspronkelijk in het gebied wonen
B
bewoners die in het land komen wonen
C
mensen die het land veroveren

Slide 22 - Quiz

Wat had de inheemse bevolking van Amerika dat de Europeanen graag wilde?
A
Specerijen
B
Goud en Zilver
C
Wapens

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Hoe komt het dat de Spanjaarden met vijfhonderd soldaten miljoenen Inheemse bevolking versloeg?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Het Azteekse rijk wordt bezit van Spanje. Vanaf nu is het een Kolonie van Spanje. 
Kolonie =  gebied dat is bezet door een ander land

Slide 28 - Diapositive

Kolonies in Amerika
Kolonie: Gebied dat in ''bezit'' is van een land. 

Slide 29 - Diapositive

1. Nieuw Amsterdam 
2. Ned. Antillen 
3. Suriname 
6. Zuid-Afrika
8. Indonesië 
Belangrijkste kolonies
van Nederland

Slide 30 - Diapositive

Wat is een kolonie?

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Waarom werden slaven uit Afrika gehaald?

Slide 34 - Question ouverte

Welk begrip past bij dit plaatje?
A
Veroveraars
B
Specerijen
C
Plantage
D
Inheemse bevolking

Slide 35 - Quiz

Zet in de goede volgorde
Vrije mensen werden gevangen in Afrika
De slaven worden in Afrika verkocht aan Europeanen 
De slaven gingen per schip naar het eiland Curacao
De slaven moeten werken op de plantages

Slide 36 - Question de remorquage

Europa en de wereld
De Europese overzeese uitbreiding had allerlei gevolgen:

  1. Economisch: Europese landen maakten winst.
  2. Cultureel: Spaanse taal overnemen.
  3. Politiek: Europees bestuur. 
  4. Sociaal: Inheemse bewoners raakten hun vrijheid kwijt.

Slide 37 - Diapositive


Kies uit economische, sociale, culturele of politieke machtsuitbreiding. 
De inheemse bevolking wordt verplicht om ook christelijk te worden. 
A
Economische
B
Sociale
C
Culturele
D
Politieke

Slide 38 - Quiz


Kies uit economische, sociale, culturele of politieke machtsuitbreiding. 
Spaanse mensen gaan de gebieden besturen in Zuid-Amerika en maken wetten
A
Economische
B
Sociale
C
Culturele
D
Politieke

Slide 39 - Quiz


Kies uit economische, sociale, culturele of politieke machtsuitbreiding. 
In de Nederlandse kolonies zoals Suriname of Curacao wordt de Nederlandse taal gesproken 
A
Economische
B
Sociale
C
Culturele
D
Politieke

Slide 40 - Quiz


Kies uit economische, sociale, culturele of politieke machtsuitbreiding. 
Nederland verdiend heel veel geld aan de producten van de plantages in Suriname 
A
Economische
B
Sociale
C
Culturele
D
Politieke

Slide 41 - Quiz


Kies uit economische, sociale, culturele of politieke machtsuitbreiding. 
De slaven zijn bezit van de plantage-eigenaren. Zij behandelen hen als dieren 
A
Economische
B
Sociale
C
Culturele
D
Politieke

Slide 42 - Quiz