spelling havo 4

spelling verzameld
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

spelling verzameld

Slide 1 - Diapositive

Doel spelling/ formuleren
  • herhaling spellingsregels
  • herhaling stijlproblemen/ formuleringsregels
  • toepassing in zowel een toets met opgaven als in een schrijfopdracht. 

Slide 2 - Diapositive

Nakijken samentrekking
Opdracht 13-14 (p. 27+)

Slide 3 - Diapositive

Oefenmateriaal:
  • drillsters op Kern-online (inlog via de ELO > leermaterialen)
  • oefenmateriaal/ uitleg op kopieerbundel 

Slide 4 - Diapositive

Tijdens lessen:
Uitleg lastige onderdelen
(Online) inoefenen

Slide 5 - Diapositive

Deze les
aaneenschrijven/ weglatingsstreepje/ koppelteken

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

"Op het kerstgala van 23 dec mochten niet meer dan 200 leerlingen komen, omdat er maar 5 docenten toezicht konden houden." Welke getallen moeten letters worden? (spatie tussen woorden)

Slide 10 - Question ouverte

"Toen Doornroosje 15 jaar werd, prikte ze zich aan een spinnewiel en viel voor 100 jaar in slaap."
Maak van cijfers letters indien nodig. (spatie tussen woorden)

Slide 11 - Question ouverte

maak spelling getallen

Slide 12 - Diapositive

nakijken getallen:
1 Op het kerstgala van 23 december mochten niet meer dan tweehonderd leerlingen komen, omdat er maar vijf docenten toezicht wilden houden.

2 Tussen Hemelvaart en eerste pinksterdag zitten altijd tien dagen.
3 Dit huis op Marialaan 26 heeft het prachtige telefoonnummer 034-5676543.
4 Mijn moeder is vanaf haar 73e levensjaar maar liefst 11 centimeter gekrompen.
5 De bigband speelde vijf nummers, waarvan het derde in 7/8-maat geschreven was. 



Slide 13 - Diapositive

nakijken getallen
1 Volgens dit onderzoek maakt een op de zeven Nederlanders regelmatig discriminerende opmerkingen.

2 Heb jij 16 miljoen euro gewonnen in de 29e oudejaarsloterij?
3 Toen Doornroosje vijftien jaar werd, prikte ze zich aan een spinnenwiel en viel ze voor honderd jaar in slaap.
4 De voorbereiding voor carnaval begint op de elfde dag van de elfde maand om 11.11 uur, want elf is het getal van de dwaasheid; daarom is er ook een raad van elf.
5 Bij de grootste vliegtuigramp aller tijden op 27 maart 1977 kwamen 583 mensen om het leven. 



Slide 14 - Diapositive

overige spelling

Slide 15 - Diapositive

De basisregel
In het Nederlands mag je woorden aan elkaar plakken:
Stoomtreinvertrekseinfluitsignaalgeluid..

Maar in een aantal gevallen wordt dat problematisch:

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

betekenisverschil
blauweverfpot/ blauwe verfpot
grotestadsbewoner/ grote stadsbewoner

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

tussen-n
Bij een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden schrijf je altijd het meervoud van het eerste woord en plak je het tweede eraan vast. 
pan + koek = pannenkoek
hond + hok = hondenhok

Slide 22 - Diapositive

tenzij
... het eerste zelfstandig naamwoord een meervoud op -s heeft, een dubbel meervoud heeft (gedachten/-s), geen meervoud heeft (rijst), het verwijst naar een uniek exemplaar (zon), het geen zelfstandig naamwoord is (rijkelui), het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt (beresterk) of het een versteende samenstelling is (apekool)
Dan schrijf je geen tussen-n

Slide 23 - Diapositive

Welke spellingswijze is correct?
A
nietleden
B
aspergesoep
C
non-stop-vluchten
D
teraarde bestelling

Slide 24 - Quiz

Welke is correct?
A
alcoholhoudendedranken
B
roestvrijstalen pannen
C
in bezitnemen
D
vooruit-zien

Slide 25 - Quiz

Welke spellingswijze is correct?
A
langeafstandloper
B
stommerikken
C
café's
D
benzinenlucht

Slide 26 - Quiz

Welke spellingswijze is correct?
A
vijftien graden Celsius
B
apentrots
C
bacterieën
D
beukennootje

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
Maak de opdrachten bij spelling 4-6 (pag. 10-14). 
Maak ook spelling meervoud/ verkleinwoorden (p. 8/9 + p. 14/15) 
Deze opdrachten moeten op ma. 11-4 af zijn.   

Slide 28 - Diapositive