un/une le/la/l' les + des

wat betekent un/une
1 / 22
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

wat betekent un/une

Slide 1 - Question ouverte

wat betekenen le, la, l'

Slide 2 - Question ouverte

lidwoorden in het enkelvoud
naast 'een' hebben we ook 'de/het '

Slide 3 - Diapositive

le, la, l'

betekent alle 3 'de' of 'het'
en is altijd enkelvoud


Slide 4 - Diapositive

voorbeelden vrouwelijke lidwoorden
la piscine = het zwembad | une piscine = een zwembad
la maison = het huis | une maison = een huis
la fille = het meisje |une fille = een meisje
la femme = de vrouw | une femme = een vrouw
la tarte = de taart | une tarte = een taart
la présentation = de presentatie | une présentation = een presentatie
la combinaison = de combinatie | une combinaison = een combinatie
eindigen vaak op een -e, -ation, -aison)

Slide 5 - Diapositive

voorbeelden mannelijke lidwoorden
le camping = de camping | un camping = een camping
le garage = de garage | un garage = een garage
le restaurant = het restaurant | un restaurant = een restaurant
le trottoir = het trottoir/ de stoep | un trottoir = een trottoir
le terrain de foot = het voetbalveld | un terrain de foot = een voetbalveld
l'hôtel = het hotel | un hôtel = een hotel
(let op: le + hotel = klinkerbotsing,
want voor Fransen is de h als het ware een klinker, daarom l' vóór de h)
eindigen doorgaans NIET op een -e, -ation, -aison)

Slide 6 - Diapositive

voorbeelden KLINKERBOTSINGEN
l'hiver = de winter
l'auto = de auto
l'arbre = de boom
l'inspiration = de inspiratie
l'article = het artikel / het lidwoord
l'absence = de absentie / de afwezigheid
l'organisation = de organisatie
l'orgue = de orgel
je kunt dan niet zien of het vrouwelijk of mannelijk is

Slide 7 - Diapositive

lidwoorden in het meervoud
Les + Des

Slide 8 - Diapositive

les + des

zijn lidwoorden voor zelfst. nw. in het meervoud
Les = een bepaald lidwoord, en wordt vertaald met 'de'

Des = onbepaald en wordt niet vertaald in het Nederlands


Slide 9 - Diapositive

voorbeelden vrouwelijke lidwoorden
les piscines = de zwembaden                    | des piscines = (x) zwembaden
les maisons = de huizen                               | des maisons = (x) huizen
les filles = de meisjes                                     |des filles = (x) meisjes
les femmes = de vrouwen                            | des femmes = (x) vrouwen
les tartes = de taarten                                    | des tartes = (x) taarten
les présentations = de presentaties        | des présentations = (x) presentaties
les combinaisons = de combinaties        | des combinaisons = (x) combinaties
'les' vertaal je wel, 'des' vertaal je niet
*) het kruisje staat voor 'geen lidwoord/geen vertaling)

Slide 10 - Diapositive

voorbeelden mannelijke lidwoorden in het meervoud
les hivers = de winters                                              | des hivers = (x) winters
 les autos = de auto's                                                 | des autos = (x) auto's
les arbres = de bomen                                              | des arbres = (x) bomen

les articles = de artikelen/de lidwoorden        | des articles = (x) artikelen/lidwoorden
les absence = de absenties/de afwezigheid | des absences = (x) absenties
les organisations = de organisaties                   | des organisations = (x) organisaties
les orgues = de orgel                                                 | des orgues = (x) orgels
'les' vertaal je wel, 'des' vertaal je niet
*) het kruisje staat voor 'geen lidwoord/geen vertaling)

Slide 11 - Diapositive

'la' betekent:
A
de, een
B
een, en
C
één, twee
D
de, het

Slide 12 - Quiz

la staat voor ..... woorden
A
mannelijke
B
korte
C
vrouwelijke
D
lange

Slide 13 - Quiz

'le' betekent:
A
1e
B
de/het
C
un
D
een

Slide 14 - Quiz

'le' staat voor .... woorden
A
oneerlijke
B
Duitse
C
vrouwelijke
D
mannelijke

Slide 15 - Quiz

bedenk een ezelsbruggetje voor het verschil tussen le en la

Slide 16 - Question ouverte

wat betekent l'
A
de of het
B
black-out
C
kort woord
D
een

Slide 17 - Quiz

l' staat voor ..... woorden
A
mannelijke
B
vrouwelijke
C
mannelijke & vrouwelijke
D
feestelijke

Slide 18 - Quiz

wanneer gebruiken we een l'

Slide 19 - Question ouverte

wat is het verschil tussen les en des

Slide 20 - Question ouverte

'les' vertalen we...
A
wel
B
niet

Slide 21 - Quiz

'des' vertalen we...
A
wel
B
niet

Slide 22 - Quiz