Voorbereiding ME 3: powerpoint

  1. Heb je vragen over...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

  1. Heb je vragen over...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees je mail over je mondelinge examen.

Zijn er vragen over de mail?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Wat zijn jouw...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
De opbouw van je betogende presentatie
in 6 stappen

Slide 3 - Diapositive

Wie herhaalt deze opbouw?
INLEIDING
1. Introductie + onderwerp
2. Stelling

MIDDENSTUK
3. Twee argumenten voor (gebruik signaalwoorden)
4. Uitleg / voorbeeld / ervaring

SLOT
5. Advies / verwachting / voorspelling
6. Vragen? Bedanken


Slide 4 - Diapositive

Inleiding
- Introduceer jezelf kort
- Geef aan waar je presentatie over gaat. - Vraag je publiek naar hun probleem/ervaring met het onderwerp.
- Vertel welke stelling je hebt gekozen.

Middenstuk
- Leg uit waarom je deze stelling hebt gekozen. Formuleer je standpunt zo kort mogelijk. Hoe korter je je standpunt formuleert, hoe beter de luisteraars begrijpen wat je bedoelt. Maar het heeft nog een voordeel: je komt overtuigender over als je het zo kort en duidelijk kunt vertellen.
- Begin met (minimaal) de twee belangrijkste argumenten voor je standpunt. Onderbouw deze argumenten, bijv met persoonlijke ervaringen. Het publiek kan zich dan beter in jou en in je standpunt verplaatsen.
- Noem minimaal twee tegenargumenten, en onderbouw waarom je het hier niet mee eens bent.
- Geef een advies, verwachting of voorspelling voor de toekomst.

Slot
- Noem kort het probleem waarmee je je betoog bent begonnen.
- Herhaal jouw standpunt en geef je conclusie.
- Bedank je publiek voor hun aandacht.
  1. Wat zijn jouw...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Bereid jouw powerpoint- presentatie voor.
En presenteer dat.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Wat zijn jouw...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Maak een opzet van jouw powerpoint-presentatie waarin de opbouw van je presentatie duidelijk is en presenteer dat over
40 minuten.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Wat zijn jouw...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Wat zijn jouw...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Wordt beoordeeld op:

- Samenhang / indeling
-Helder spreekdoel
- Inhoud, taalgebruik
- Woordgebruik gevarieerd
- Correct geformuleerd
- Aantrekkelijk spreken
- Functioneel beeld

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Wat zijn jouw...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Succes met jullie mondelinge examen!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Dat is wel een EXCEPTIONELE situatie.
A
heel bijzondere
B
komische
C
onverwachte, verrassende

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Wat zijn jouw...? 
  2. Terugblik
  3. Lesdoel
  4. Opdracht
  5. Presentatie
  6. Toets
  7. Tips & Tops
  8. Volgende week 
Goed Gebekt 17 + 18

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Verschillende FACETTEN spelen hierbij een rol.
A
aspecten
B
afdelingen
C
voorwaarden

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Kom jij in aanmerking voor een BONUS?
A
voorschot
B
prijs
C
extra uitkering

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Heel laat eten is daar USANCE.
A
ongebruikelijk
B
zeldzaam
C
gewoonte

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Zij ging daar ZONDER SCHROOM naar binnen.
A
zonder zelfvertrouwen
B
onuitgenodigd
C
zonder aarzeling

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Je moet niet van die IRONISCHE opmerkingen plaatsen.
A
spottende
B
beledigende
C
onaardige

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Zij gaan in een KOLOSSAAL huis wonen.
A
klein en vierkant
B
vrijstaand
C
heel groot

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Na het feest gingen wij
LINEA RECTA naar huis.
A
rustig
B
rechtstreeks
C
stiekem

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9. Door een verkeerde MANOEUVRE veroorzaakte hij een ongeluk.
A
handeling
B
inschatting
C
schakeling

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10. MEDEDOGEN MET iemand hebben.
A
bewondering voor
B
medelijden met
C
respect voor

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie wil zijn/haar presentatie geven?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoe laat kunnen we de EXPERT verwachten?
A
directeur buitendienst
B
aannemer
C
deskundige

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2. De LOCOBURGEMEESTER zal het beeld onthullen.
A
plaatselijke burgemeester
B
plaatsvervangende burgemeester
C
ex-burgemeester

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Nu duidelijk is hoe het allemaal zit, zal men hem REHABILITEREN.
A
ontslaan
B
zijn eer en goede naam in ere herstellen
C
aan het publiek voorstellen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Wil jij dat adres voor mij LOKALISEREN?
A
invoeren
B
aanvullen
C
de plaats vaststellen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Er is een FNUIKEND tekort aan leerkrachten.
A
dalend
B
noodlottig
C
toenemend

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Denk jij dat de koning en de koningin ONFEILBAAR ZIJN?
A
saai zijn
B
onsportief zijn
C
geen vergissingen maken

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7. De DIAGNOSE van het medisch onderzoek is nog niet bekend.
A
de voortgang
B
de vaststelling van ziekteverschijnselen ed
C
de precieze datum

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Die jongen is FREQUENT afwezig.
A
nooit
B
zelden
C
regelmatig

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9. Het programma Chateau Meiland is een HYPE.
A
rage
B
succes
C
fiasco

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10. Voor dat beroep moet je PUNCTUEEL zijn.
A
zelfstandig
B
precies
C
bijdehand

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions