Gebiedende wijs + möchten
1 / 19
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke 3 vormen van de gebiedende wijs ken je?
Slide 2 - Question ouverte
Hoe maak je de enkelvoud-vorm van de gebiedende wijs?
A
Stam + e
B
Stamt + st
C
Stam
D
Hele werkwoord
Slide 3 - Quiz
Hoe maak je de ihr-vorm (meervoud) van de gebiedende wijs?
A
Stam + e
B
Stam + st
C
Stam + t
D
Stam + en
Slide 4 - Quiz
Hoe maak je de Sie-vorm (beleefdheidsvorm) van de gebiedende wijs?
A
Hele werkwoord
B
Werkwoord -en + Sie
C
Hele werkwoord + Sie
D
Gewoon normaal
Slide 5 - Quiz
Gebied. wijs enkelvoud van "denken"
A
Denkt!
B
Denken Sie!
C
Denk!
D
Denkst!
Slide 6 - Quiz
Gebied. wijs beleefdheidsvorm
"gehen"
"gehen"
A
Geht!
B
Gehen Sie!
C
Geht Sie!
D
Gehe Sie!
Slide 7 - Quiz
Gebied. wijs enkelvoud van "arbeiten"
A
Arbeit!
B
Arbeitet!
C
Arbeite!
D
Arbeiten!
Slide 8 - Quiz
Gebied. wijs meervoud van "machen"
A
Machst!
B
Mach!
C
Machen Sie!
D
Macht!
Slide 9 - Quiz
Gebied. wijs beleefdheidsvorm van "gewinnen"
A
Gewinnen Sie!
B
Gewinnen!
C
Gewinnt!
D
Gewinne!
Slide 10 - Quiz
Gebied. wijs meervoud van "spielen"
A
Spiele!
B
Spiel!
C
Spielen Sie!
D
Spielt!
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
möchten
möchtest
möchte
möchtet
möchten
möchten
möchte
Slide 14 - Question de remorquage
Du (möchten) ........ keine Pizza essen.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet
Slide 15 - Quiz
Ihr (möchten) ..... lieber Pommes essen.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet
Slide 16 - Quiz
Es....(möchten)
A
Mag
B
Mage
C
Mache
D
Magst
Slide 17 - Quiz
Was (möchten) ihr für ein Geschenk haben?
A
möchten
B
möchtet
C
magt
D
möchtest
