Rekenen Wegen/gewichten

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wegen/gewicht(en)
(noem er minimaal 3)

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we dit apparaat?
A
Weegschaal
B
Personen weegschaal
C
Maatbeker
D
Keuken weegschaal

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we dit?
A
Lepels
B
Lepelset
C
Maatlepels
D
Bestek

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende materialen
Zoals jullie hebben gezien in de vorige vragen, zijn er verschillende soorten weegschalen of materialen om iets af te meten.


Een personen weegschaal
Een keuken weegschaal
Maatlepels
Een maatbeker

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk materiaal zou jij gebruiken?
A
Keuken weegschaal
B
Personen weegschaal
C
Maat lepels

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk materiaal zou jij gebruiken?
A
Keuken weegschaal
B
Personen weegschaal
C
Maat lepels

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk materiaal zou jij gebruiken?
A
Keuken weegschaal
B
Personen weegschaal
C
Maat lepels

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gram (gr)
1000 gr = 1 kilogram

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van kilogram?
A
Kilo
B
gram
C
g
D
kg

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zwaarder?
A
Citroen
B
Pak suiker

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zwaarder?
A
Komkommer
B
Pak melk

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zwaarder?
A
Zak snoepjes
B
Zak Doritos

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de voorwerpen op volgorde van licht naar zwaar.
A
Boter, stiften, puntenslijper
B
Puntenslijper, stiften, boter
C
Puntenslijper, boter, stiften
D
Stiften, puntenslijper, boter

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de voorwerpen op volgorde van licht naar zwaar.
A
Cholate cookies, Cola, Pringles
B
Pringles, Cola, Chocolate Cookies
C
Cola, Pringles, Cholate Cookies
D
Pringles, Chocolate Cookies, Cola

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook al weer?
1 ons = ...
A
1000 gram
B
500 gram
C
100 gram

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook al weer?
1 pond = ...
A
1000 gram
B
500 gram
C
100 gram

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zat het ook al weer?
1 kilo = ...
A
1000 gram
B
500 gram
C
100 gram

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
De weegschaal is in balans
B
De weegschaal is uit balans
C
Weet ik niet

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee kun je melk het beste afwegen?
A
Personen weegschaal
B
Maatbeker
C
Maat lepels
D
Keuken weegschaal

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee kun je het meel het beste afwegen?
A
Personen weegschaal
B
Maatbeker
C
Maat lepels
D
Keuken weegschaal

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek op:

Via het webadres op de volgende slide kom je op de site van POST NL.

Op de 3 slides die daarna volgen staan de vragen die moet beantwoorden. De antwoorden kun je vinden op de site van POST NL. 



Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik wil een pakketje versturen binnen Nederland. Het pakketje weegt 4 kg. Hoeveel kost het om het pakketje te versturen?

Slide 25 - Question ouverte

€6,75
Ik moest €3,03 betalen om een brief te versturen. Hoeveel woog mijn brief?
A
Tussen de 0 en 20 gram
B
Tussen de 20 en 50 gram
C
Tussen de 50 en 100 gram
D
Tussen de 100 en 350 gram

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik wil graag een pakketje van 7 kg in Nederland versturen. Hoeveel moet ik betalen?
A
€6,95
B
€4,15
C
€19,50
D
€13,20

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ietsje meer dan 50 gram?
A
100 gram
B
52 gram
C
51 gram

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ietsje meer dan 200 gram?
A
240 gram
B
210 gram
C
230 gram

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat geeft de weegschaal aan?
A
1 kg
B
2 kg
C
3 kg
D
4 kg

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat geeft de weegschaal aan?
A
3500 kg
B
3 kg
C
3,5 kg
D
4 kg

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat geeft de weegschaal aan?
A
1 kg
B
2 kg
C
3 kg
D
4 kg

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoeveel weegt de baby?

A
6800 gram
B
6,80 gram
C
6800 kg

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoeveel weegt de baby?

A
5170 kilogram
B
5170 gram
C
5,710 kg

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel gram weegt de koffer?

Slide 35 - Question ouverte

19,3 kg
Hoeveel gram weegt de koffer?

Slide 36 - Question ouverte

16,8 kg
Hoeveel weegt deze hond?

Slide 37 - Question ouverte

31,1 kg