Thema 15 - Verwerkingsvragen - niveau roze

Als ik iets heel belangrijk vind, heb ik daar goede ....................... voor.
1
A
adressen
B
argumenten
C
duidelijk
D
blijken
1 / 53
suivant
Slide 1: Quiz
NT2BasisschoolGroep 1

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Als ik iets heel belangrijk vind, heb ik daar goede ....................... voor.
1
A
adressen
B
argumenten
C
duidelijk
D
blijken

Slide 1 - Quiz

Bedenk goede argumenten!
timer
1:00
Welke woorden ken jij al om iemand te overtuigen? 

Slide 2 - Diapositive

Vertel je argumenten aan de klas!

Slide 3 - Diapositive

1
timer
1:30
Waar bedank jij iemand voor?

Slide 4 - Carte mentale

Schrijf een zin met het woord "eind"
1

Slide 5 - Question ouverte

Mijn broer ................. mijn moeder.


1
A
bedank
B
bedankt
C
bedanken

Slide 6 - Quiz


Ik ........... jou voor het huiswerk.


1
A
bedank
B
bedankt
C
bedanken

Slide 7 - Quiz


De leerlingen .............de docent.


1
A
bedank
B
bedankt
C
bedanken

Slide 8 - Quiz

Die ............ is beroemd van een film.
Iedereen ............ hem te kennen.
1
A
acteur - blijken
B
akteur - blijkt
C
actuer - blijkt
D
acteur - blijkt

Slide 9 - Quiz

Maak een zin met:
oefenen
1

Slide 10 - Question ouverte

Maak een zin met:
fantastisch
1

Slide 11 - Question ouverte

Ik ...... hem een bezoek om hem te ...........

2
A
breng - feliciteren
B
breng - feliciteren
C
breng - felicieteren -
D
breng - feliciteren

Slide 12 - Quiz


Hij geeft een ............. feest aan het ...... van de middag.
2
A
fantastisch - dag
B
fantastisch - eind
C
fantastisch - dag
D
fantastische - eind

Slide 13 - Quiz

2
timer
1:00
Wat zeg je als er iemand jarig is?

Slide 14 - Carte mentale

Iedereen ....... hem een kado.


2
A
breng
B
brengt
C
brengen
D

Slide 15 - Quiz


Wij ........ hem een boek.

2
A
breng
B
brengt
C
brengen

Slide 16 - Quiz


........ jij ook een boek?
2
A
Breng
B
Brengt
C
Brengen
D

Slide 17 - Quiz

Maak een zin.
Werkwoord: feliciteren
Wie of wat: de klas
2
timer
1:30

Slide 18 - Question ouverte

"Ik maakt" is een .......

2
A
fout
B
duidelijk
C
fantastisch
D
eind

Slide 19 - Quiz


Hij is te laat. Hij slaapt ..... uit.
2
A
fout
B
duidelijk
C
blijken
D
eind

Slide 20 - Quiz

Begrijpen jullie de les? Is het.....?
2
A
fout -
B
duidelijk
C
blijken
D
fantastisch

Slide 21 - Quiz


............ jij om haar?
3
A
Lach
B
lach
C
lacht
D
Lachen

Slide 22 - Quiz


Zij ...... heel hard.

3
A
lach
B
lacht
C
lachen

Slide 23 - Quiz

Het meisje ...... heel graag.

3
A
lach
B
lachen
C
lacht

Slide 24 - Quiz

3
timer
1:30
Wat is er héél gewoon?

Slide 25 - Carte mentale

3
hart
hard

Slide 26 - Question de remorquage

3
timer
1:00
Wat vind jij moeilijk om te kiezen?

Slide 27 - Carte mentale

Maak een zin met:
Werkwoord: kiezen /
de leerlingen / graag

3
timer
1:30

Slide 28 - Question ouverte

Goed of fout?
A - Farah kan heel hart rennen.
B - Ik huil. Ik heb pijn in mijn hart.
3
A
A - fout B - goed
B
A - fout B - fout
C
A - goed B - goed
D
A- goed B - fout

Slide 29 - Quiz

Disk thema overtuigen verwerkingsvragen week 1

Slide 30 - Diapositive

Als ik veel ...... en veel .......
dan gaat het me ..........
4
A
oefen - nadenk - lukken
B
nadenk - oefen - lukken
C
manier - nadenk - nadenken
D
nadenken - oefenen - lukken

Slide 31 - Quiz

Maak een zin met:
Werkwoord: oefenen
/ mijn broer
4
timer
1:30

Slide 32 - Question ouverte

4
timer
1:30
Wat gaat jou zeker lukken in je leven?

Slide 33 - Carte mentale

Hij denkt heel veel na.

4
A
goed
B
fout

Slide 34 - Quiz

Denk jij heel veel na?

4
A
goed
B
fout

Slide 35 - Quiz


Wij denken na heel veel.
4
A
goed
B
fout

Slide 36 - Quiz

Mijn zus krijgt een medaille.

4
A
goed
B
fout

Slide 37 - Quiz


Krijgt jij een medaille?

4
A
goed
B
fout

Slide 38 - Quiz

Jij geeft een medaile aan mij.
4
A
goed
B
fout

Slide 39 - Quiz

Geef antwoord met een goede zin.
Wat is een "goede manier" op school?
4

Slide 40 - Question ouverte

Nasima praat met de vrouw op straat.

5
A
onderwerp
B
positief
C
een praatje

Slide 41 - Quiz

.
De vrouw denkt dat het mooi weer wordt.

5
A
onderwerp
B
overtuigen
C
positief

Slide 42 - Quiz


Ze praten over het weer.
5
A
onderwerp
B
een praatje
C
positief

Slide 43 - Quiz

5
timer
1:30
Overtuig mij ervan waarom de Schakel een fantastische school is.

Slide 44 - Carte mentale

5
Wat hoort bij elkaar?
overtuigen
positief

Slide 45 - Question de remorquage

Overtuigen:
Wat zeggen ze?
5

Slide 46 - Question ouverte

5
timer
1:30
Wat is er positief aan onze school?

Slide 47 - Carte mentale

Is de zin goed of fout?
Wassim eet appels per dag.


5
A
goed
B
fout

Slide 48 - Quiz

Is de zin goed of fout?

Zein drinkt drie keer per dag water .


5
A
goed
B
fout

Slide 49 - Quiz

Is de zin goed of fout?

Fartun gebruikt twee lepels zout per liter water.

5
A
goed
B
fout

Slide 50 - Quiz

Hoeveel woorden uit de lijst tel je?

De acteur blijkt graag hard te oefenen om per onderwerp een medaille te kiezen. Hij overtuigt mij natuurlijk met zijn manier en lacht er bij vanuit zijn hart.
5
A
12
B
13
C
10
D
14

Slide 51 - Quiz

Maak een goede zin met:
werkwoord: nadenken
jij
5
timer
1:30

Slide 52 - Question ouverte

De woorden bij thema overtuigen zijn?
5
😒🙁😐🙂😃

Slide 53 - Sondage