Psychologie les 5

Spanning en stress (Burn-Out)
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Spanning en stress (Burn-Out)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud 

  • Wat is stress?
  • De begrippen stress en burn-out​
  • De oorzaken, gevolgen en symptomen van een burn-out​
  • De behandeling van een burn-out​





Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is stress?

Slide 3 - Carte mentale

Stress is een onbewuste fysieke en psychische reactie op een stressor.
Welke 3 basisreacties op gevaar kennen we?
  • Vluchten
  • Vechten 
  • Bevriezen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de positieve effecten van acute stress
A
extra energie
B
kracht
C
registreert de dreiging in de amygdala,
D
alertheid

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de ademhaling bij stress?
A
De ademhaling versnelt en wordt oppervlakkiger.
B
De ademhaling vertraagt en wordt dieper.
C
De ademhaling wordt gelijkmatiger.
D
De ademhaling stopt volledig.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de rol van adrenaline bij stress?
A
Adrenaline zorgt voor verhoogde alertheid en energie.
B
Adrenaline reguleert de spijsvertering.
C
Adrenaline bevordert ontspanning.
D
Adrenaline vermindert de hartslag.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe reageert het parasympatisch zenuwstelsel op stress?
A
Het zenuwstelsel activeert de vecht- of vluchtreactie.
B
Het zenuwstelsel veroorzaakt slaap.
C
Het zenuwstelsel vertraagt het lichaam.
D
Het zenuwstelsel stimuleert ontspanning.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een effect van het parasympathisch zenuwstelsel?
A
Verlaging van de hartslag.
B
Verhoging van de ademhaling.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de rol van het sympathisch zenuwstelsel?
A
Het activeert het lichaam in noodsituaties.
B
Het vertraagt het lichaam in rust.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan de GABA stresshormonen productie worden gestimuleerd?
A
Door voldoende slaap en regelmatige lichaamsbeweging.
B
Door langdurige blootstelling aan blauw licht.
C
Door het vermijden van sociale interactie.
D
Door het consumeren van cafeïne.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe beïnvloedt GABA stresshormonen de geestelijke gezondheid?
A
Het kan angst en stress verminderen.
B
Het verbetert het geheugen.
C
Het vermindert de concentratie.
D
Het verhoogt de kans op depressie.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de rol van GABA stresshormonen in het lichaam?
A
Het bevordert de groei van spierweefsel.
B
Het stimuleert de aanmaak van adrenaline.
C
Het remt de activiteit van de zenuwcellen.
D
Het reguleert de bloedsuikerspiegel.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de fasen van G.A.S. (General Adaptation Syndrome)
A
reactiefase
B
uitputtingsfase
C
aanpassingsfase (weerstandsfase)
D
alarmfase

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon wordt vaak geassocieerd met stress?
A
Cortisol
B
Testosteron
C
Oxytocine
D
Insuline

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cortisol
is nodig voor
A
verteren van voedsel
B
voor de bloedsuikerspiegel
C
slaap en waakritme
D
het afweersysteem

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de fysieke reacties van stress op het lichaam

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij stress reageert het lichaam in het
A
Autonoom zenuwstelsel.
B
Centraal zenuwstelsel

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5 positieve effecten van (gematigde) stress:

1.) Het zet je aan tot actie
2.) Het geeft je energie
3.) Het maakt je gemotiveerd
4.) Het maakt je socialer
5.) Het maakt je gelukkig

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Burn-out
‘’Bij een burn-out betekent letterlijk ‘opgebrand’ zijn. Lichamelijk, emotioneel en psychisch is men volledig uitgeput.’’

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 mogelijke oorzaken van een burn-out:

1.) Een hoge werkdruk
2.) Problematische privéomstandigheden
3.) Karaktereigenschappen (zoals perfectionisme of een laag zelfbeeld)
4.) Overbetrokkenheid bij werkzaamheden
5.) Gebrek aan emotionele weerbaarheid

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het herstellen van een Burn-out begint met?
A
oorzaken achterhalen
B
een goed dagritme
C
inzicht in eigen handelen
D
afwisseling van inspanning, ontspanning en rust

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de 6 herstel bevorderende factoren bij een Burn-out:

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions