Inleiding van een tekst

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3,4

Inleiding van een tekst

Een goede inleiding van een tekst bestaat uit twee delen, want een inleiding

1. trekt de aandacht en noemt voorbeelden
2. trekt de aandacht en introduceert het onderwerp
3. noemt voorbeelden en introduceert het onderwerp
4. motiveert om te lezen en trekt aandacht

Geef voor de tekst aan op welke manier de schrijver de aandacht van de lezer trekt en hoe het onderwerp wordt geïntroduceerd.

1. voorbeeld/anekedote en een probleem formuleren
2. actualiteit en één of meerdere vragen stellen
3. voorbeeld/anekedoteen één of meerdere vragen stellen
4. actualiteiten een probleem formuleren

Geef voor de tekst aan op welke manier de schrijver de aandacht van de lezer trekt.

1. belang voor de lezeren een probleem formuleren
2. geschiedenis en een probleem formuleren
3. geschiedenis een mening (standpunt) verkondigen
4. belang voor de lezeren een probleem formuleren

1. actualiteit en door een mening of een standpunt aan te kondigen
2. geschiedenis en opbouw van tekst aankondigen
3. voorbeeld/anekedote en door een mening of een standpunt aan te kondigen
4. belang voor de lezer en opbouw van tekst aankondigen

1. actualiteit en door een probleem te formuleren
2. geschiedenis en door één of meerdere vragen te stellen
3. voorbeeld/anekedote en door een probleem te formuleren
4. belang voor de lezer en door de opbouw van de tekst aan te kondigen

Tekstdoelen

informeren

overtuigen

opiniëren/aan het denken zetten

amuseren

Geef voor de tekst aan wat het tekstdoel/schrijfdoel is.

1. informeren
2. overtuigen
3. opiniëren/aan het denken zetten
4. amuseren

Geef voor de tekst aan wat het tekstdoel/schrijfdoel is.

1. informeren
2. overtuigen
3. opiniëren/aan het denken zetten
4. amuseren

1. tekstsoort: uiteenzetting
2. tekstsoort: beschouwing
3. tekstsoort: betoog

1. tekstsoort: uiteenzetting
2. tekstsoort: beschouwing
3. tekstsoort: betoog

Opdracht

Inleiding van een tekst

1. Kies een van de volgende woordparen:

1. cola/ biertje

2. telefoonvrij/ af en toe een telefoon

3. Regelmatig sporten / bankhangen

4. Bedenk zelf een woordpaar

2. Kies van de woordparen jouw favoriet. (bijvoorbeeld regelmatig sporten)

3. Schrijf nu een inleiding bij het onderwerp dat jij gekozen hebt.

Begin met het trekken van de aandacht. Eindig je inleiding met het introduceren van het onderwerp. Dat is bij een betogende tekst altijd een standpunt. Geef dus aan het einde van de inleiding je standpunt over je onderwerp.