4.2 Tussen de wereldoorlogen (2)

De wereldoorlogen
4.2 Tussen de wereldoorlogen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De wereldoorlogen
4.2 Tussen de wereldoorlogen

Slide 1 - Diapositive

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 2 - Quiz

In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 3 - Quiz

Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 4 - Quiz

Welk woord wordt bedoeld?
trots op je eigen land – vlag – volkslied

Slide 5 - Question ouverte

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 6 - Quiz

Welk woord heeft niets te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 7 - Quiz

Welk woord wordt bedoeld?
vrienden – helpen – landen - oorlog

Slide 8 - Question ouverte

Welk land hoort niet bij de Centralen
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Bulgarije
C
Duitsland
D
Frankrijk

Slide 9 - Quiz

Welk land hoort niet bij de Geallieerden?
A
Engeland
B
Verenigde Staten
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 10 - Quiz

Met een front wordt bedoeld:
A
De plaats waar gevochten wordt.
B
De wapenfabrieken
C
De plaats waar een oorlog gepland wordt.
D
De voorkant van een leger.

Slide 11 - Quiz

Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?
A
zorgen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
B
zorgen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam
C
voorkomen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
D
voorkomen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam

Slide 12 - Quiz

Een loopgravenoorlog is een oorlog die wordt uitgevochten vanuit schuilplaatsen in de grond:
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Waarom verloor Duitsland de Eerste Wereldoorlog?

Slide 14 - Question ouverte

Wat stond er in de Vrede van Versailles?

Slide 15 - Question ouverte

In deze paragraaf leer je:
  • hoe Rusland een totalitaire dictatuur werd
  • hoe Italië een totalitaire dictatuur werd
  • hoe het ging met de economie in de jaren 1920 en 1930
  • hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd

Slide 16 - Diapositive

Interbellum
  • Je hebt een interbellum =een tijd tussen 2 oorlogen
  • En je hebt het Interbellum: de tijd tussen WO I en WO II (1919-1939)

Slide 17 - Diapositive

Rusland wordt Sovjet-Unie
Tijdens WOI; het volk had honger en kwam in opstand
De tsaar trad af; democratische regering; door met de oorlog

Nadat Rusland zich overgaf in WO1 was er een revolutie
De communisten grepen de macht
Zij stichtten de Sovjet-Unie
Dit was de eerste communistische staat
Communisten wilden dat iedereen gelijk was

Slide 18 - Diapositive


Lenin

Stalin

Slide 19 - Diapositive

Lenin
De communisten schakelden hun tegenstanders uit

De macht kwam officieel bij de soldaten en arbeiders

Maar in werkelijk was Lenin de baas
Hij werd een dictator
De arbeiders vergaderden in sovjets, vandaar de naam Sovjet-Unie (vereniging van alle sovjets)

Slide 20 - Diapositive

Totalitaire staat
De communistische staat controleerde alles
Door middel van terreur werd de bevolking onderdrukt
Ook mocht je geen kritiek hebben op de staat
Zo'n staat noemen we dan totalitair (er is totale controle)
Kranten
Radioprogramma's
Films
Onderwijs
Boeken
Tijdschriften

Slide 21 - Diapositive

Stalin
Na Lenins dood kwam Stalin aan de macht
Onder Lenin waren alle fabrieken al van de staat
Stalin dwong ook boeren hun boerderijen af te staan
De overheid bepaalde middels planeconomie wat en hoeveel geproduceerd werd
Stalin liet tegenstander arresteren, opsluiten en vermoorden

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Fascisme
Na WOI waren veel mensen hun vertrouwen in democratie kwijt
In 1922 werd Benito Mussolini regeringsleider Italië
Hij maakte van Italië een totalitaire staat; zijn beweging heette het fascisme 
Met indoctrinatie wilde Mussolini dat iedereen hem ging zien als il Duce (= de leider)

Hij wilde dat Italië weer een machtig land zou worden zoals in de tijd van het Romeinse Rijk (Middelandse Zee = Mare Nostrum)

Het opdringen van ideeën. Hier mag geen kritiek op zijn.
Fascisme kenmerkt zich door een wens voor één sterke leider, die het land moet redden, extreem nationalisme, militarisme. Fascisme is gewelddadig (gebruik van knokploegen) en totalitair

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Duitsland na WOI
Verlies van de oorlog komt hard aan. Veel mensen geloven in de  dolkstootlegende.
Vrede van Versailles is slecht voor Duitsland:
Ze raken land kwijt, mogen nog maar een klein leger hebben en ze moeten heel veel geld (herstelbetalingen) betalen.
Duitsland wordt voor het eerst sinds haar bestaan (1871) een democratie, maar dat werkt slecht, veel extreme partijen.
Om de herstelbetalingen te kunnen betalen wordt er geld bij gedrukt.
Economisch gaat het slecht.

Slide 26 - Diapositive

Dolkstootlegende
De nieuwe democratische  regering had het verdrag van Versailles ondertekend.
En daarmee soldaten verraden.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

HYPERFLATIE
je geld is niets meer waard

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Nationaalsocialisme
Door de economische crisis stemden veel Duitsers in 1932 op de nationaalsocialistische partij.
Nationaalsocialisme lijkt op het fascisme
Eén belangrijk verschil: nazi's zijn ook racistisch
Het Germaanse (Arische) ras: Übermenschen
Joden, zigeuners etc: Untermensen
Adolf Hitler werd regeringsleider en maakte een einde aan de democratie. Als dictator laat hij zich 'leider' (Führer) noemen.
Ontstaat in Duitsland; Aanhangers zijn Nazi's

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

In deze paragraaf leer je:
  • hoe Rusland een totalitaire dictatuur werd
  • hoe Italië een totalitaire dictatuur werd
  • hoe het ging met de economie in de jaren 1920 en 1930
  • hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd

Slide 33 - Diapositive