Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1F Les 37 - De voorwerpen in een zin onderzoeken
37. De voorwerpen in een zin onderzoeken
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Secundair onderwijs
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
37. De voorwerpen in een zin onderzoeken
Slide 1 - Diapositive
Hoe goed ben jij in zinsontleding?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 2 - Sondage
Neem p. 337 erbij.
Slide 3 - Diapositive
Vul aan en maak een zin.
Papa moet...
Slide 4 - Question ouverte
Mama zal
Slide 5 - Question ouverte
Heeft Theo
Slide 6 - Question ouverte
Emma helpt
Slide 7 - Question ouverte
Line heeft
Slide 8 - Question ouverte
Het lijdend voorwerp
Enkel bij WWG
Ondergaat de handeling van WWG - doet niets
Vervangen door 'iets' of 'iemand'
Wie/Wat + WWG + o?
Start nooit met een voorzetsel
Slide 9 - Diapositive
Voorbeelden
Gisteren aten we
frietjes
.
-> Wie/wat aten we?
Ze feliciteerde
de kampioen
met zijn overwinning.
-> Wie/wat feliciteerde ze?
Slide 10 - Diapositive
Pieter heeft haar niet gezien.
A
haar
B
heeft
C
Pieter
Slide 11 - Quiz
Welk boek raad je me aan?
A
me
B
Welk boek
C
je
Slide 12 - Quiz
Lina showde haar mama haar nieuwe kleren.
A
Lina
B
haar mama
C
haar nieuwe kleren
Slide 13 - Quiz
Neem p 339, 340 en 341 erbij.
Maak oefeningen 2, 3, 4 en 5
Slide 14 - Diapositive
Het meewerkend voorwerp
Extra aanvulling (niet noodzakelijk)
VOOR wie/wat of AAN wie/wat is de handeling bedoeld?
Meestal met 'aan' of 'voor' maar kan ook weggelaten worden
AAN wie/wat OF VOOR wie/wat + WWG + o + LV?
Slide 15 - Diapositive
Voorbeelden
De kapitein gaf
de matrozen
opdrachten voor een hele week.
-> Aan wie/wat gaf de kapitein opdrachten?
Ik bakte een taart
voor mijn papa
.
-> Voor wie/wat bakte ik een taart?
Slide 16 - Diapositive
De zon geeft ons energie.
A
De zon
B
ons
C
energie
Slide 17 - Quiz
Hij laat al zijn geld na aan het Kinderkankerfonds.
A
Hij
B
al zijn geld
C
aan het Kinderkankerfonds
Slide 18 - Quiz
Mijn vriend geeft de kat en hond hun eten.
A
Mijn vriend
B
de kat en hond
C
hun eten
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Neem p 341, 342, 343, 344 en 345 erbij.
Maak oefeningen 6, 7, 8, 9, 10 en 11
Slide 21 - Diapositive
0
Slide 22 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
1F Les 37 - De voorwerpen in een zin onderzoeken
Mai 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 37 - De voorwerpen in een zin onderzoeken
Mai 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
De voorwerpen
Mai 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
Février 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Octobre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
S01 - De zinsdelen
Septembre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L3 zinsleer (herhaling)
Mars 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs