Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
To be + hulpwerkwoord.
Werkwoorden/doe woorden
Doelen van de les:
Ik weet wat een werkwoord is
Ik kan het werkwoord
to be
gebruiken
Ik weet wat een hulpwerkwoord is
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoorden/doe woorden
Doelen van de les:
Ik weet wat een werkwoord is
Ik kan het werkwoord
to be
gebruiken
Ik weet wat een hulpwerkwoord is
Slide 1 - Diapositive
0
Slide 2 - Vidéo
TO BE = ZIJN
ik
ben
jij / je
bent
hij /
zij / ze
/ het
is
enkelvoud
}
Slide 3 - Diapositive
TO BE = ZIJN
wij
/ we
zijn
jullie
zijn
zij / ze
zijn
meervoud
}
Slide 4 - Diapositive
TO BE (t.t)
Slide 5 - Diapositive
Voorbeelden
I am blonde Ik ben blond
You are happy Jij bent blij
He is lazy Hij is lui
She is happy Zij is blij
It is heavy Het is zwaar
We are cool Wij zijn cool
They are family Zij zijn familie
You are family Jullie zijn familie
Slide 6 - Diapositive
To be
I
You
She/He/It
We
You
They
are
are
are
is
am
are
Slide 7 - Question de remorquage
We ...... a family
Slide 8 - Question ouverte
I ..... cool
Slide 9 - Question ouverte
He .... darting
Slide 10 - Question ouverte
She ..... quiet
Slide 11 - Question ouverte
It .... green
Slide 12 - Question ouverte
They .... nice
Slide 13 - Question ouverte
You .... a group
Slide 14 - Question ouverte
You .... big
Slide 15 - Question ouverte
Maak twee zinnen met het werkwoord to be
1 : over jezelf
2:over iemand anders
Slide 16 - Diapositive
2 zinnen met to be:
timer
3:00
Slide 17 - Question ouverte
To be als hulpwerkwoord
Helpt bij het maken van een zin die wordt uitgevoerd:
zelfstandig naamwoord+ to be + werkwoord
I
am
dancing Ik dans
He
is
gaming Hij gamet
They
are
playing guitar Zei spelen gitaar
Slide 18 - Diapositive
She running fast/She is running fast
A
She running fast
B
She is running fast
Slide 19 - Quiz
They cooking tonight/they are cooking tonight
A
they are cooking tonight
B
they cooking tonight
Slide 20 - Quiz
She is surfing/She surfing
A
She is surfing
B
She surfing
Slide 21 - Quiz
He gaming/He is gaming
A
He is gaming
B
He gaming
Slide 22 - Quiz
I am playing/I playing
A
I playing
B
I am playing
Slide 23 - Quiz
We playing football/ We are playing football
A
We are playing football
B
We playing football
Slide 24 - Quiz
Feedback
Tip en een top
Slide 25 - Question ouverte
Wat hebben we geleerd?
Slide 26 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
To be + hulpwerkwoord.
Avril 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Klas 1A - Engels
Septembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Present Simple vs Present Continuous 1
Septembre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Donald Duck - Exercises les 2
Avril 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
oefenen
Octobre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Proefwerk revision
Octobre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Recap word order; present continuous
Novembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Present Simple Q & N
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1