V&U H4 4.1 t/m 4.8

Welkom HAVO 5!
Op tafel:
Laptop (ingelogd op deze LessonUp)
Lesbrief
Iets om mee te schrijven
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom HAVO 5!
Op tafel:
Laptop (ingelogd op deze LessonUp)
Lesbrief
Iets om mee te schrijven

Slide 1 - Diapositive

H4.1 en 4.2 Lesdoelen
Wat moet ik kennen/kunnen?
Hoogconjunctuur, laagconjunctuur en trendmatige groei begrijpen
Kenmerken hoogconjunctuur en laagconjunctuur herkennen en benoemen


Waarom?
Je herkent en begrijpt de stand van de economie in de praktijk en in het nieuws

Slide 2 - Diapositive

Aanbodkant economie
  • Trendmatige groei gebaseerd op kwaliteit en hoeveelheid van de productiefactoren
  • Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap (ook: technologie/factorproductiviteit)

Slide 3 - Diapositive

Vraagkant economie
  • Bestedingen van consumenten, overheid, producenten, buitenland (C, I, O, E)
  • Overbesteding => boven de trend
  • Onderbesteding => onder de trend

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

kenmerken hoogconjunctuur
--> Goede tijden

Slide 6 - Diapositive

kenmerken laagconjunctuur
--> Slechte tijden

Slide 7 - Diapositive

4.2, 4.3, 4.5, 4.6 en 4.7

Slide 8 - Diapositive

hoogconjunctuur
laagconjunctuur
hoge economische groei
lage economische groei
ruime arbeidsmarkt
krappe arbeidsmarkt
stijging inflatie
daling inflatie of deflatie
overheidstekort
overheidsoverschot
laag consumenten en producentenvertrouwen
hoog consumenten en producentenvertrouwen
veel kredietverlening
weinig kredietverlening

Slide 9 - Question de remorquage

Conjunctuur betekent...
A
Hoe hoog de werkloosheid in een land is
B
De vraag naar goederen en diensten op de korte termijn
C
Dat de bestedingen dalen
D
Dat er geen economische groei is

Slide 10 - Quiz

Hoe verzwakt een laag consumentenvertrouwen de conjunctuur?
A
Consumenten gaan veel besteden
B
Consumenten houden het geld in hun zak en geven niets uit

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

MonetairBeleid

Slide 15 - Diapositive

Onder welk percentage moet de inflatie zijn volgens het monetaire beleid van de ECB?
A
5%
B
2%
C
3%
D
1%

Slide 16 - Quiz

Als de overheid bij laagconjunctuur anticyclisch begrotingsbeleid wil voeren, moet het ...
A
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verlagen.
B
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verhogen.
C
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verlagen.
D
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verhogen.

Slide 17 - Quiz

Als de overheid met haar begrotingsbeleid de conjunctuurbeweging probeert af te remmen noemen we dat
A
Procyclisch beleid
B
Anticyclisch beleid

Slide 18 - Quiz

Maken opgaven
4.17 t/m 4.21
kies er 4!

Slide 19 - Diapositive

H4.1 en 4.2 Lesdoelen
Wat moet ik kennen/kunnen?
Hoogconjunctuur, laagconjunctuur en trendmatige groei begrijpen
Kenmerken hoogconjunctuur en laagconjunctuur herkennen en benoemen
Conjunctuurindicatoren herkennen en begrijpen

Waarom?
Je herkent en begrijpt de stand van de economie in de praktijk en in het nieuws

Slide 20 - Diapositive

Ik heb de lesdoelen behaald
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

ZELFTEST OEFENEN!

Slide 22 - Diapositive