Verdienen en Uitgeven H4

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H4.1 en 4.2 Lesdoelen
Wat moet ik kennen/kunnen?
Hoogconjunctuur, laagconjunctuur en trendmatige groei begrijpen
Kenmerken hoogconjunctuur en laagconjunctuur herkennen en benoemen
Conjunctuurindicatoren herkennen en begrijpen

Waarom?
Je herkent en begrijpt de stand van de economie in de praktijk en in het nieuws

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

3

Slide 4 - Vidéo

01:06
De Nederlandse term voor GDP is:

Slide 5 - Question ouverte

kenmerken hoogconjunctuur

Slide 6 - Diapositive

04:08
Welke 'slechte dingen' gebeuren er?

Slide 7 - Question ouverte

04:09
In Nederland zitten we nu in een slechte economische periode
A
Ja
B
Nee
C
Onduidelijk

Slide 8 - Quiz

kenmerken laagconjunctuur

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

nu maken opdracht 4.1 (blz. 39)

Slide 11 - Diapositive

Aanbodkant economie
  • Trendmatige groei gebaseerd op kwaliteit en hoeveelheid van de productiefactoren
  • Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap (ook: technologie/factorproductiviteit)

Slide 12 - Diapositive

Vraagkant economie
  • Bestedingen van consumenten, overheid, producenten, buitenland (C, I, O, E)
  • Overbesteding => boven de trend => Output Gap +
  • Onderbesteding => onder de trend => Output Gap -

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

4.2, 4.3, 4.5, 4.6 en 4.7
KIES ER 3

Slide 18 - Diapositive

hoogconjunctuur
laagconjunctuur
hoge economische groei
lage economische groei
ruime arbeidsmarkt
krappe arbeidsmarkt
stijging inflatie
daling inflatie of deflatie
overheidstekort
overheidsoverschot
laag consumenten en producentenvertrouwen
hoog consumenten en producentenvertrouwen
veel kredietverlening
weinig kredietverlening

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

de conjunctuurklok van het cbs
er zijn veel indicatoren die iets zeggen over de stand van de economie. 
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laat deze iedere maand zien in de conjunctuurklok


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien

Conjunctuurbeleid 
ook wel begrotingsbeleid

Slide 25 - Diapositive

Maken
Opgave 4.9 t/m 4.15

Kies er 5!!

Slide 26 - Diapositive

Wat is de ontwikkeling van de conjunctuur in 2012/2013
A
Die gaat van een laagconjunctuur meer naar de gemiddelde groei
B
Die gaat van een hoogconjunctuur naar een situatie van overbesteding
C
De groei van de economie is bovengemiddeld maar neemt wel af

Slide 27 - Quiz

Conjunctuur betekent...
A
Hoe hoog de werkloosheid in een land is
B
De vraag naar goederen en diensten op de korte termijn
C
Dat de bestedingen dalen
D
Dat er geen economische groei is

Slide 28 - Quiz

Hoe verzwakt een laag consumentenvertrouwen de conjunctuur?
A
Consumenten gaan veel besteden
B
Consumenten houden het geld in hun zak en geven niets uit

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

MonetairBeleid

Slide 33 - Diapositive

Onder welk percentage moet de inflatie zijn volgens het monetaire beleid van de ECB?
A
5%
B
2%
C
3%
D
1%

Slide 34 - Quiz

Als de overheid bij laagconjunctuur anticyclisch begrotingsbeleid wil voeren, moet het ...
A
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verlagen.
B
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verhogen.
C
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verlagen.
D
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verhogen.

Slide 35 - Quiz

Als de overheid met haar begrotingsbeleid de conjunctuurbeweging probeert af te remmen noemen we dat
A
Procyclisch beleid
B
Anticyclisch beleid

Slide 36 - Quiz

Maken opgaven
4.17 t/m 4.21
kies er 4!

Slide 37 - Diapositive

H4.1 en 4.2 Lesdoelen
Wat moet ik kennen/kunnen?
Hoogconjunctuur, laagconjunctuur en trendmatige groei begrijpen
Kenmerken hoogconjunctuur en laagconjunctuur herkennen en benoemen
Conjunctuurindicatoren herkennen en begrijpen

Waarom?
Je herkent en begrijpt de stand van de economie in de praktijk en in het nieuws

Slide 38 - Diapositive

Ik heb de lesdoelen behaald
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Sondage

ZELFTEST OEFENEN!

Slide 40 - Diapositive