Tandheelkunde conserveren les 2

Tandheelkunde conserveren 
Les 2
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Tandheelkunde conserveren 
Les 2

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Lesweek 1: 5.1 Inleiding + 5.2 Conserverende tandheelkunde.
Lesweek 2: 5.3 Periodiek mondonderzoek + 5.4.1 Preparatie van de caviteit.
Lesweek 3: 5.4.2 Restauratie van een caviteit deel 1.
Lesweek 4: 5.4.2 Restauratie van een caviteit deel 2.
Lesweek 5: 5.5 Preparatie voor en restauratie met plastische vulmaterialen deel 1.
Lesweek 6: 5.5 Preparatie voor en restauratie met plastische vulmaterialen deel 2.
Lesweek 7: 5.5.2/3 Preparatie voor en restauratie met glasionomeer en compomeer + 5.6 Esthetische tandheelkunde.
Lesweek 8: Toets
Lesweek 9: Verhuizing naar leerpark, vrij.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet hoe de diagnose van cariës wordt gesteld.
  • Je kent de klassen van caviteiten.

Slide 3 - Diapositive

Toets
  • Theorietoets.
  • Op It's Learning.
  • Open vragen en meerkeuzevragen.
  • In week 8.

Slide 4 - Diapositive

Terugblik vorige les
  • Bedankt voor het inleveren van jullie vragen! 
  • Deze zijn verwerkt in quizvragen.
  • Daarmee kijken we terug op vorige les.

Slide 5 - Diapositive

Wat is conserverende tandheelkunde?

Slide 6 - Question ouverte

Een plastische restauratie noem je ook wel een indirecte restauratie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Hoe ontstaat cariës?

Slide 8 - Question ouverte

Welke bacterie zet suikers om in zuren waardoor cariës kan ontstaan?
A
Pneumokokken
B
Streptococcus mutans
C
Meningokokken C
D
Stafilokokken

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je de plaatsen in het gebit waar het lastig is om goed te poetsen en dus meer kans is op cariës?
A
Voorkeursplaatsen
B
Productieplaatsen
C
Risicoplaatsen
D
Predilectieplaatsen

Slide 10 - Quiz

Fase 1, het glazuur is aangetast. Dit kan nog herstellen.
Fase 2, het dentine is aangetast maar nog wel oppervlakkig.
Fase 3, het dentine is ruim aangetast.
Fase 4, de cariës zit dicht bij de zenuw en de patient heeft er last van.
Cariës media
Initiële laesie
Cariës profunda
Cariës superficialis

Slide 11 - Question de remorquage

Hoe wordt cariës in een tand of kies ontdekt?

Slide 12 - Question ouverte

Periodiek mondonderzoek
  • Dit noemen we ook wel een gebitscontrole.
  • Vaak wordt een afkorting gebruikt zoals bijvoorbeeld: pmo, hjo, hjc, c.
  • Tijdens het periodiek mondonderzoek wordt vastgesteld of er een behandeling nodig is.
  • Niet alleen de tanden kiezen worden gecontroleerd!

Slide 13 - Diapositive

Waar wordt naar gekeken/gevraagd tijdens een periodiek mondonderzoek?

Slide 14 - Question ouverte

Periodiek mondonderzoek
  • Naast controle van de tanden en kiezen wordt er onderzoek gedaan naar:
  • De algemene gezondheid van de patiënt (medische anamnese).
  • De mondhygiëne van de patiënt.
  • De gezondheid van het parodontium (kaakbot). Dit noem je PPS.
  • Het bijt en kauwvermogen van de patiënt.
  • Bepaling van de tijd tot het volgende periodieke mondonderzoek. 

Slide 15 - Diapositive

Welke hulpmiddelen/instrumenten gebruikt een tandarts om cariës op te sporen?

Slide 16 - Question ouverte

Cariës opsporen
  • De tandarts kan gebruik maken van:
  • Operatielamp, caviteiten kleuren donker als er licht op schijnt.
  • Meerfunctiespuit, details zijn beter zichtbaar op een droog element.
  • Mondspiegel, op plekken kunnen kijken waar geen direct zicht is.
  • Sonde, oneffenheden voelen.
  • Röntgenfoto's, aan de binnenkant van de kies kijken.

Slide 17 - Diapositive

Hoe heten de röntgenfoto's die gemaakt worden om cariës op te sporen?
A
Solofoto
B
Bite-wing foto
C
Overzichtsfoto
D
Aangezichtsfoto

Slide 18 - Quiz

Restauratieve tandheelkunde
  • Restauratieve tandheelkunde met plastische vulmaterialen = het herstellen van tanden en kiezen met een vervormbaar/vloeibaar vulmateriaal wat hard wordt in de tand of kies, bijvoorbeeld composiet.
  • Het behandelen van cariës bestaat uit twee fasen.
  • Fase 1: preparatie van de caviteit = weghalen van de cariës en voorbereiden op de vulling.
  • Fase 2: restauratie van de caviteit = het gat wordt dichtgemaakt zodat de patiënt weer goed kan functioneren met de tand of kies. 

Slide 19 - Diapositive

Preparatie van de caviteit
  • Alle cariës wordt uit het gebitselement verwijderd met een boor.
  • Er moet voldoende tandweefsel overblijven voor houvast voor de vulling en om na de restauratie de kauwkracht aan te kunnen.
  • De pulpa (zenuw) en het parodontium (tandvlees en kaakbot) worden zoveel mogelijk beschermd. 
  • Boren heeft altijd gevolgen voor de pulpa!

Slide 20 - Diapositive

Boren en de pulpa
  • Tijdens het boren in het dentine worden odontoblastenuitlopers doorgesneden.
  • Dit zijn uitlopers van pulpaweefsel in de dentinekanaaltjes.
  • Ook ontstaat er door het boren warmte.
  • Daarom wordt er geboord met water.
  • De "wond" in het dentine die ontstaat door cariës wordt door het boren groter.
  • De vorm van het weggeboorde gedeelte van de tand of kies noem je "caviteit". 

Slide 21 - Diapositive

Waarom wordt er tijdens het boren water gebruikt?

Slide 22 - Question ouverte

Vormen van preparaties/caviteiten
  • Er zijn vijf preparatievormen. 
  • Deze zijn rond 1900 beschreven door de Amerikaanse tandarts Black.
  • Dit noem je de standaardpreparaties.
  • Deze classificaties wordt nog steeds gebruikt in de tandheelkunde.

Slide 23 - Diapositive

Klasse 1
  • Preparatie van caviteiten in het occlusale vlak van premolaren en molaren.
  • Preparatie van caviteiten in de palatinale fissuur van de bovenincisieven.
  • De preparatie is altijd door vier wanden omsloten.

Slide 24 - Diapositive

Klasse 2
  • Preparatie van caviteiten die beginnen tussen kiezen, dus mesiaal of distaal (approximale vlakken).
  • Alleen bij premolaren en molaren! 
  • Het boren begint altijd vanaf occlusaal omdat je anders niet bij het mesiale of distale vlak kunt komen.
  • Er zijn dus drie mogelijkheden: MO, DO of MOD.

Slide 25 - Diapositive

Klasse 3
  • Preparatie van caviteiten die beginnen tussen de tanden, dus mesiaal of distaal (approximale vlakken).
  • Alleen bij incisieven en cuspidaten!
  • Er wordt geboord vanuit palatinaal of buccaal.
  • Let op: de incisale rand blijft intact!

Slide 26 - Diapositive

Klasse 4
  • Preparatie van caviteiten die beginnen tussen de tanden, dus mesiaal en distaal (approximale vlakken).
  • Alleen bij incisieven en cuspidaten!
  • Let op: Bij deze preparatie in de incisale rand wel betrokken!
  • Deze preparatie wordt ook wel hoekopbouw genoemd.

Slide 27 - Diapositive

Klasse 5
  • Preparatie van caviteiten boven de tandvleesrand (cervicale deel).
  • Dus buccaal, labiaal, linguaal en palatinaal.
  • Kan bij alle elementen voorkomen.

Slide 28 - Diapositive

Klasse 1
Klasse 2
Klasse 3
Klasse 4
Klasse 5

Slide 29 - Question de remorquage

Naamgeving van de preparatie
  • Preparaties in meerdere vlakken van premolaren en molaren (klasse II) bestaan uit twee delen.
  • Deze twee delen zijn de "step" en de "box".
  • De step is het occlusale deel.
  • De box is de uitbreiding naar mesiaal en/of distaal.
  • Een tweevlaksrestauratie heeft één step en één box.
  • Een drievlaksrestauratie heeft één step en twee boxen.

Slide 30 - Diapositive

Naamgeving van de preparatiewanden
  • Ook de wanden van de preparatie hebben een bepaalde naam.
  • De caviteitswanden die evenwijdig lopen aan de buitenoppervlakken worden hiernaar vernoemd (zie afbeelding 5.11 in het boek).
  • Wanden die de pulpaholte bedekken zijn de axiale wand en de bodem van de caviteit.
  • Axiale wand = verticaal.
  • Bodem van de caviteit = horizontaal. 

Slide 31 - Diapositive

Hoe noem je het geprepareerde deel mesiaal of distaal in een kies?
A
Step
B
Box
C
Axiale wand
D
Bodem van de caviteit

Slide 32 - Quiz

Evaluatie
  • Wat was moeilijk?
  • Wat was interessant?
  • Wat wist je al?

Slide 33 - Diapositive

Huiswerk
  • Lees de theorie uit het boek tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten.
  • Hoofdstuk 5.3 en 5.4.1, blz. 118 t/m 123.
  • Maak uit deze tekst minimaal drie vragen over theorie die jij moeilijk vindt, niet snapt of nog vragen over hebt.
  • De antwoorden hoef je er niet bij te maken.
  • Maak de vragen zelf! Dus niet met AI.
  • Lever de vragen in op It's learning. 

Slide 34 - Diapositive