BSR 25/3 2t fictie §3 tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lees tekst 1 op blz. 69 en 70.

Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§3 Tijd

Voordat we beginnen:

WELKOM 2T

1. De planning voor deze week doornemen.

2. Klassikaal werken aan
paragraaf 3: Tijd.

3. Oefenvragen in LessonUp.

4. Verder lezen in je boek.

5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

• Maandag: 

Cursus 3 Fictie, §3 Tijd klassikaal maken.
Verder lezen in je boek.

• Dinsdag: 

Cursus 3 Fictie, §4 Spanning maken.
Verder lezen in je boek.

• Woensdag 

Leestaak 2
Keuzeopdracht

Deze week

• Je kunt verschillende soorten perspectieven herkennen.
• Je uitleggen in welk perspectief jouw boek is geschreven en hierbij voorbeelden noemen.

Lesdoelen

Wanneer noem je iemand een vriend(in)?

Tijd

De gebeurtenissen in een verhaal worden in een bepaalde volgorde verteld. Als ze in de volgorde worden beschreven waarin ze gebeurd zijn, noem je dat chronologisch. Meestal worden de gebeurtenissen in een andere volgorde verteld. Er is dan een afwisseling tussen nu, eerder en later.

Tijd

Het 'nu' noem je ook wel het vertelheden. Als er iets wordt verteld wat eerder is gebeurd, heb je te maken met een tijdsprong achteruit (naar het verleden). Een ander woord voor een tijdsprong achteruit is flashback. Het komt ook voor dat het opeens een paar dagen, weken of maanden later is. Dat noem je tijdsprong vooruit (flashforward).

Waarom maken verhaalmakers gebruik van flashbacks en flashforwards?

Welke film of welk boek kun jij herinneren waarin een flashback of -forward voorkomt?

Is er in jouw boek al sprake geweest van een tijdsprong?

Verwacht jij in jouw boek nog een tijdsprong?

Ja

Ik denk het niet

Aan het werk

Huiswerkopdracht	Klaar?
Maken: Cursus 3 Fictie, §3 Tijd.. Opdracht 2 op blz. 70-72.	Lees verder in je boek!

Hieronder staan twee opties. Kies zelf met welke je wil beginnen. We werken zelfstandig en in stilte.

• Je kunt tijdsprongen herkennen in een verhaal.
• Je kunt beschrijven in welke volgorde de gebeurtenissen van jouw boek plaatsvinden.

Lesdoelen

Wat kan een schrijver doen met de volgorde van een verhaal?

Vertel kort iets over het tijdsverloop in jouw boek. Gebruik steekwoorden.

Neem deel onze LessonUp klas

Wat kun je hier vinden?

• LessonUps
• Video's
• Handige websites 

Klassencode:
2ta: qjffs

2tb: sgmrx

2tc: dqymz