pannenkoeken

• horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-3

Welkom!

pannenkoeken

weet jij nog.......

waar je welke kleur snijplank voor gebruikt?

gele snijplank

blauwe snijplank

groene snijplank

rode snijplank

bruine snijplank

witte snijplank

lesdoelen

je kan vertellen aan welke kant je een bord serveert.

je kan vertellen wie als eerste geserveerd wordt.

je kan de 3 basis ingrediënten van pannenkoeken benoemen.

je kan laten zien wat een snufje zout is

theorie

bloem, melk, ei

beslag moet glad zijn = zonder klontjes

pannenkoek         poffertjes             american pancake    flensjes

Waarom wil je geen klontjes in je pannenkoek?

vaktaal

weegschaal = (vast te pakken) producten af te wegen

Snufje = hoeveelheid wat je tussen duim en wijsvinger kan vasthouden

bolzeef = zeef met bolle kant

Garde = om mee te roeren

Smelten= wordt vloeibaar

voorbereiding

we gaan 3 kleine pannenkoeken maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

maak een foto van je verzamelde spullen.

maak een foto van je verzamelde spullen.

uitvoeren

je gaat nu de pannenkoek maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

stap 1

Zeef de bloem en zout in de bekken.

stap 2

Voeg de helft( ½) van de melk toe.

stap 3

Roer het beslag glad (geen klontjes)

stap 4

Doe de eieren in het beslag en roer door.

stap 5

Voeg de rest van de melk toe (1/2) en doe het in de maatbeker.

stap 6

Zet de koekenpan op laag vuur. Doe een stukje boter in de pan. Smelt deze.

stap 7

Schenk het beslag in de koekenpan tot de bodem bedekt is.

stap 8

Bak de pannenkoek tot de bovenkant droog is.

stap 9

Draai de pannenkoek om.

stap 10

Laat de pannenkoek op het bord glijden.

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

serveren

geen vingerafdrukken

geen verschoven eten

borden via rechts neerzetten. 

dragen met linkerhand

serveren(neerzetten) met rechts

in welke hand draag jij zo de borden?

1. links
2. rechts

volgorde van serveren

1. dames gaan voor de heren

1. oudere gaan voor de jongere gasten 

bovenhands

1. bord tussen duim en wijsvinger. Middelvinger in de buitenste rand
2. doe je ringvinger en pink omhoog. 
3. zet het 2e bord op je muis, ringvinger en pink. 
4. draai je pols een beetje om de borden recht voor jou te hebben

praktische opdracht

pak 2 borden

Blijf staan bij deze opdracht.

praktische opdracht 2

voer de opdracht nog 1 keer uit. 

Loop deze keer met de borden door het lokaal.

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

aan welke kant zet je het bord neer bij de gast

1. links
2. rechts

kon je er 3 pannenkoeken uithalen?

1. ja
2. nee

je kan vertellen wie als eerste geserveerd wordt.

1. opa
2. oma
3. zoon
4. dochter

je kan vertellen wie als laatste geserveerd wordt.

1. opa
2. oma
3. zoon
4. dochter

wat zijn de 3 basis ingrediënten?

beeld uit, wat is een snufje?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat zou jij nog willen leren in de lessen van horeca?

Super, je bent bij het einde, tot volgende week!