1.2 Rivieren: de invloed van de mens

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

1.1 Rivieren: de natuur

welk begrip hoort bij de hele afbeelding

1. bovenloop
2. stroomgebied
3. waterscheiding
4. benedenloop

Afgebeeld is een........ van een rivier

1. bovenloop
2. benedenloop
3. middenloop
4. lengteprofiel

Hoe noemen we de schommelingen in de waterafvoer van een rivier?

1. waterscheiding
2. debiet
3. regiem
4. verhang

De Maas ontspringt in Noord-Frankrijk op een hoogte van 400 m boven zeeniveau. Na 900 km mondt deze rivier in de Noordzee uit. Wat is het verhang van de Maas?

1. 900/400 = 2,25 meter per km
2. 400/900 = 0,44 meter per km.
3. 900 x 400 = 360000 meter per km
4. 900 - 400 = 500 meter per km.

1.2 Rivieren: de invloed van de mens

In de (1)......... van de rivier is een hoge stroomsnelheid.

In de (2)......... vindt veel sedimentatie plaats.

Het (3).......... van een rivier is hoger in de winter dan in de zomer.

Het debiet van een rivier is hoger in de winter dan in de zomer. Deze verschillen over een bepaalde periode noemen we het (4).........

De dijk direct langs de rivier heet de (5).........,

en bij hoogwater wordt de ........ gebruikt

Het gebied dat soms kan overstromen heten de (7).......... (tip: dubbel t)

Herhaling

Vul de tekst aan:

In de bovenloop van de rivier is een hoge stroomsnelheid. In de benedenloop vindt veel sedimentatie plaats. Het debiet van een rivier is hoger in de winter dan in de zomer. Deze verschillen over een bepaalde periode noemen we het regiem . De dijk direct langs de rivier heet de zomerdijk, en bij hoogwater wordt de winterdijk gebruikt. Het gebied dat soms kan overstromen heten de  uiterwaarden

Winterbed

Buitendijks

Zomerbed

Binnendijks

Uiterwaarde

Zomerdijk

winterdijk

In welke bocht vindt erosie plaats bij het meanderen van een rivier?

1. Binnenbocht
2. Buitenbocht
3. Geen van beide
4. Beide bochten

Welke van de volgende ingrepen in het landschap verkorten de vertragingstijd?

1. Het aanleggen van snelwegen
2. Het draineren van landbouwgrond
3. Het ontbossen van een natuurgebied
4. Het verhogen van dijken

Maak de volgende zin af: Hoe groter de verstedelijking, hoe ............... de vertragingstijd.

1. Korter
2. Langer
3. Zelfde
4. Hoger

Waar woon jij en tot hoever komt het water bij jou thuis in geval van overstroming volgens de app?

AND THE WINNER IS.....

1.2 Rivieren: de invloed van de mens

- Snap je het echt?

- Maak de opdrachten van 1.1 en 1.2!