9.1 Ongezond les 1 en les 2 (Flex)

Startopdracht:
Pak je boek 
H9: lees de theorie van 9.1 door
timer
5:00
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht:
Pak je boek 
H9: lees de theorie van 9.1 door
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

H9.1 Ongezond

Slide 2 - Diapositive

9.1 Ongezond
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een gezonde leefstijl is
  • Je kunt uitleggen wat verslaafd zijn betekent
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van alcohol, roken en drugs

Slide 3 - Diapositive

Wat is een gezonde leefstijl?
Leefstijl= je manier van leven
Dus je gewoonten van eten, drinken, roken, slapen, schoolwerk, bewegen en ontspannen.

Je leefstijl kies je zelf!

Gezonde leefstijl: gezond eten, voldoende rust, voldoende bewegen!
Ongezonde leefstijl: Alcohol drinken, roken, veel vet eten, weinig bewegen

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn genotmiddelen?

Slide 5 - Carte mentale

Waarom roken mensen eigenlijk?
  • Rustgevend gevoel
  • Gezelligheid
  • Jongeren voelen zich volwassen
  • “Stoer”

  • Verslaafd  ->  Ontwenningsverschijnselen
  • Rusteloos
  • Dikker (meer snoepen)
  • Nicotine


Slide 6 - Diapositive

Bekijk de video
Na afloop geef je antwoord op de vraag:
Waarom is roken slecht voor je?

Gebruik de woorden: Nicotine, teer, koolstofmonoxide

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat hoort bij wat?
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
verslavende stof
Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid.
Plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen.

Slide 9 - Question de remorquage

Wie heeft er al wel eens alcohol gedronken?
Ja, wel eens
Nee, nog nooit

Slide 10 - Sondage

Waarom gebruik je genotmiddelen?
Genotmiddelen: middelen waardoor je je beter voelt
Bijvoorbeeld: alcohol, sigaretten, snoep, koffie

Sommige middelen zijn verslavend: als je ermee begonnen bent, kun je moeilijk stoppen.
Als je niet meer zonder kunt, ben je verslaafd/ afhankelijk:
Lichamelijk afhankelijk > ontwenningsverschijnselen
Geestelijk afhankelijk > Je denkt dan bijv. alleen maar aan alcohol, vergeetachtig

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Welke andere genotmiddelen naast alcohol bestaan er?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Aan de slag
Maken 9.1: opdracht 1 t/m 12
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

9.1 Ongezond
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat een gezonde leefstijl is
  • Je kunt uitleggen wat verslaafd zijn betekent
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van alcohol, roken en drugs

Slide 16 - Diapositive

9.1 Les 2

Slide 17 - Diapositive

Startopdracht:
Opdrachten 1 t/m 12 bespreken
Nakijken
Herhalen vorige les

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van roken?
A
Snel verouderde huid
B
Slechtere eicellen of zaadcellen
C
Schade aan hart en bloedvaten
D
Kanker aan longen of mond

Slide 19 - Quiz

Welke gevolgen heeft alcohol?

  • Alcohol is een gifstof die je hersenen verdooft
  • Je raakt aangeschoten of misschien wel dronken
  • Zien, horen, bewegen en reageren gaan dan minder goed
  • Kater; hoofdpijn, dorst en overgeven

Slide 20 - Diapositive

Welke gevolgen heeft alcohol?
Als je alcohol drinkt komt dit in je bloed. Via je bloed komt alcohol in de hersenen en andere organen.

Alcohol wordt in de lever afgebroken.

Als je jong bent zijn de hersenen extra gevoelig voor alcohol!!
Daarom de campagne NIXX18

Slide 21 - Diapositive

Wat hoort bij wat?
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
verslavende stof
Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid.
Plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen.

Slide 22 - Question de remorquage

Slide 23 - Lien

Wat zijn de gevolgen van roken?
Roken is ongezond!
3 schadelijke stoffen in tabaksrook:
  • Nicotine> is de verslavende stof
  • Koolstofmonoxide > Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid
  • Teer > plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen. zwarte longen, rokershoestje, longkanker

Slide 24 - Diapositive

Welke soorten drugs ken je?

Slide 25 - Question ouverte

Wat doen drugs met je?
Drugs beïnvloedt: hoe je denkt, voelt en waarneemt
  • Verdovende middelen = laten je hersens trager werken, ze maken je suf
bijv. alcohol,heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj en wiet

  • Stimulerende middelen= laten je hersens sneller werken
 bijv. nicotine, cocaïne, speed,  cafeïne, xtc.

  • Bewustzijnsveranderende middelen= laten je hersens anders werken
 bijv. paddo's, lsd, lachgas, hasj en wiet.

Slide 26 - Diapositive

Wat doen drugs met je?
  • Veelgebruikte drugs: 
wiet en hasj
  • Komt van de cannabisplant.
  • gerookt in een joint= blowen
Voel je je goed, dan voel je je nog beter, maar voel je je slecht, nog slechter!
GEVAAR: Paniek, versnelde hartslag, duizeligheid, verslaafd raken

Slide 27 - Diapositive

Drugsgebruik herkennen

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag..
Maken opdrachten 9.1:
 vanaf opdracht 13
timer
15:00

Slide 29 - Diapositive